woner zal bedragen (het inwoneraantal bedroeg op 1 Januari j.l. 81.713). Gezien het feit, dat de Raad vóór den oorlog in groote meerder heid de nakeuring van films noodzakelijk achtte en wij geen reden zien, waarom deze nakeuring thans niet of minder noodig zou zijn, mogen wij U in overweging geven te dezen Uwe medewerking te verleenen. In de begrooting 1946 zal dan het desbetreffend bedrag worden uitgetrokken. Aangeteekend zij nog, dat het ons bekend is, dat ook thans de bioscoopeigenaren te dezer stede weer bereid zullen worden ge vonden zich onder toezicht van de Kath. Filmcentrale te stellen, Burgemeester en Wethouders van Breda VAN SLOBBE, burgemeester. VAN WOENSEL, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 14