No. 72.
BIJLAGEN 1946.
VOORSTEL tot beschikbaarstelling
van een crediet voor het bou
wen van een duiker in den
Wilhelminasingel ten behoeve
van de afwatering van de
Molenley.
27 April 1946.
No. V/9478.
Aan den Tijdelijken Raad der gemeente Breda.
In 1941 heeft de voormalige gemeente Ginneken en Bavel de
omlegging van het riviertje de Molenley als werkverschaffings
object ter hand genomen, zulks geschiedde met het oog op de
zeer onhygiënische toestanden, welke dit riviertje in de kom van
bedoelde gemeente door het verspreiden van onaangename lucht
veroorzaakte. De noodzaak tot deze verbetering deed zich nog
sterker gevoelen, toen tusschen den Ginnekenweg, het Oranjeplein
en de Baronielaan de terreinen werden opgehoogd en ter plaatse
een nieuwe woonwijk ontstond.
De omlegging is aldus geschied, dat de Molenley nabij het
St. Ignatiusziekenhuis den Wilhelminasingel bereikt en ter plaatse
in den singel zal uitmonden.
Bij de grenswijziging per 1 Januari 1942 was het werk nog
niet geheel gereed, waarna de gemeente Breda voor de verdere
uitvoering had zorg te dragen.
In verband met de toen heerschende materialenpositie was het
echter niet mogelijk voor de uitmonding als bovenomschreven een
duiker in den Wilhelminasingel te bouwen, waarmede het werk
geheel zou zijn voltooid. Het is voornamelijk met het oog op een
goede afwatering in het stroomgebied van de Molenley dringend
gewenscht daartoe onverwijld over te gaan.
Wij hebben derhalve voor het bouwen van een duiker een
plan doen ontwerpen, neergelegd in het bijgevoegd bestek met
teekeningen en begrooting, waarbij wij aanteekenen, dat de ver
gunning tot uitvoering van dit plan door den Provinciaal-Com
missaris voor den Wederopbouw reeds werd verleend.
Aan het totaalcijfer der begrooting kan nog slechts geringe
waarde worden toegekend, aangezien het prijspeil nog uiterst
onzeker is en de moeilijkheden, ondervonden bij de uitvoering
van werken, nog zoo groot zijn, dat het niet mogelijk is een
volkomen betrouwbare schatting te maken. Derhalve is een
begrooting gemaakt op het prijspeil van 1939, waarna op het
eindbedrag een toeslag van 175 °/o is toegepast.