De aard van het werk maakt het wel noodig, dat het wordt opgedragen aan een goeden en vakbekwamen aannemer, die overigens met het oog op de nog verre van normaal zijnde toestanden in de bouwwereld -over voldoende werktuigen, materialen, relaties en reserves beschikt om het werk in het gunstige seizoen tot stand te brengen. In verband hiermede leent het werk zich niet voor publieke aanbesteding, doch zouden wij de voorkeur willen geven aan onderhandsche aanbesteding en een beperkt aantal aannemers tot inschrijving willen uitnoodigen. f Aangezien het werk vóór 1 October a.s. voltooid zou moeten zijn met het oog op het dan aanbrekende hoogwater-seizoen, dient met de uitvoering ten spoedigste, zoo mogelijk direct na 1 Mei a.s., te worden aangevangen. In aansluiting op het onderhavige werk zal de nieuwe loop van de Molenley nog in orde gemaakt moeten worden, waartoe wij Uwen Raad zeer binnenkort de noodige voorstellen zullen doen. In de totale kosten van de omlegging der Molenley werd des tijds aan de voormalige gemeente Ginneken c.a. door het Rijk (Departement van Waterstaat) een bijdrage toegezegd van f 8650,— en door het Waterschap ,,De Boven-Mark" een bijdrage van f 7200,—, uit te keeren na voltooiing van het werk. Bij de financieele afwikkeling der grenswijziging, waarbij uiter aard ook dit werk in het geding is gekomen, is overeengekomen, dat de genoemde bijdragen aan de gemeente Breda ten goede zullen komen. Resumeerende hebben wij de eer Uwen Raad voor te stellen te besluiten tot de uitvoering en de onderhandsche aanbesteding))) van het onderhavige werk en hiervoor overeenkomstig de bijge voegde concept-begrootingswijziging een crediet ten laste van den kapitaaldienst der begrooting 1946 te willen verleenen. De beoordeeling van het plan door de Bouwcommissie uit Uwen Raad zal intusschen nog plaats vinden in hare vergadering van 29 April a.s. Burgemeester en Wethouders van Breda. VAN SLOBBE, burgemeester. VAN WOENSEL, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 150