BIJLAGEN 1946.
NO. 76. VOORSTEL tot vaststelling van
26 April 1946 een verordening betreffende
No. 1/5717.
de openstelling van winkels.
Aan den Tijdelijkcn Raad der gemeente Breda,
Bij Koninklijk Besluit van 10 October 1945, no. 78, opgenomen
in Staatsblad no. F. 227, is wijziging gebracht in de op het gebied
van de verplichte openstelling van winkels bestaande voorschriften,
P met o.m. dit gevolg, dat per 1 November 1945 de desbetreffende
landelijke regeling haar geldigheid verloor. Met deze landelijke
regeling is gebroken, omdat zij het bezwaar inhield, dat geen
rekening kon worden gehouden met plaatselijke behoeften en
omstandigheden en omdat zij overbodig was in die gevallen,
waarin de winkeliers, door welbegrepen eigen belang geleid en
in verband met de toenemende bevoorrading van hun zaken, uit
zichzelf reeds overgaan tot een voldoend ruime openstelling.
In plaats van de landelijke regeling kunnen nu plaatselijke voor-
k schriften worden vastgesteld en wel door de gemeenteraden. De
vraag, of deze dusdanige voorschriften zullen uitvaardigen, staat
te hunner beoordeeling, met dien verstande evenwel, dat er reke
ning mede gehouden zal moeten worden, dat de Minister van
Handel en Nijverheid met nadruk te kennen heeft gegeven, dat
er op zal moeten worden toegezien, dat op de werkdagen in het
tijdvak van 12 tot 14 uur de winkels minstens gedurende één uur
voor het publiek geopend zijn.
De vraag, of in deze gemeente een ingrijpen door het belang
der gemeentenaren wordt gevorderd, is door ons college ampel
overwogen. Aanvankelijk zagen wij voor het vaststellen van
bindende voorschriften geen reden, aangezien het ons mogelijk
leek met vrijwillige medewerking van de winkeliers tot een bevre
digende oplossing te komen. Bij het nader contact, dat ons college
via de Bedrijfsgroep Detailhandel Noord-Brabant en Zeeland met
vertegenwoordigers van de onderscheidene branches had, bleek
echter de eenstemmigheid onder de winkeliers niet zoo groot, dat
kon worden aangenomen, dat zij onderling tot een accoord zou-
den komen.
De genoemde bedrijfsgroep adviseerde ons dan ook de vast
stelling eener plaatselijke regeling te willen bevorderen.
Hiermede rekening houdende en in aanmerking nemende, dat
nog steeds al te veel winkeliers aan de belangen van het publiek