De saldi van den gewonen dienst van de gemeenterekeningeh,
welke reeds zijn samengesteld, bedroegen over:
Batig slot Nadeelig slot
1940 65,353,42
1941 23.003,97
1942 55.021,37
1943 640.619,91
De gemeentebegrooting voor 1944 was in ontwerp sluitend; naar
de voorloopig bekende gegevens over dat jaar zal het nadeelig
slot echter waarschijnlijk 1.000.000,bedragen.
De gemeentebegrooting voor 1945 sluit met een nadeelig slot
van 1.008.700,terwijl de hierbij aangeboden ontwerp-begroo-
ting voor 1946 sluit met een nadeelig slot van 1.283.000,het-'
welk U zal blijken uit de raming op volgnummer 387. Dit tekort
wordt nog verhoogd door de tegelijkertijd aangeboden begroo-
tingswijziging no. 3, waarin de ramingen zijn opgenomen, welke
sedert het samenstellen der ontwerp-begrooting noodzakelijk zijn
geworden en niet meer daarin verwerkt konden worden.
Geeft het verloop van den gewonen dienst over die jaren een
verontrustend beeld, de kapitaaldienst en met name de schul
denlast der gemeente vertoont een gunstiger verloop. Aan
kapitaalswerken werd uitgegeven over:
1940 471.587,26
1941 391.881,35
1942 191.576,17
1943 156.590,92
1944 74.154,66.
De schuldenlast is geleidelijk afgenomen, doordat jaarlijks een
gedeelte wordt afgelost en minder nieuwe geldleeningen zijn ge
sloten, aangezien weinig kapitaalswerken konden worden uitge
voerd.
In aanmerking nemende, dat bij de grenswijziging per 1 Januari
1942 van de daarbij betrokken gemeenten in totaal 2.679.874,45
is overgenomen, blijkt uit onderstaand overzicht, dat de totale
schuldenlast, bestaande uit vaste geldleeningen en rijksvoorschot-
ten, geleidelijk afneemt. Verheugend is, dat hieronder geen crisis
schuld begrepen is, zooals na den vorigen oorlog, toen de kosten
der distributie en levensmiddelenvoorziening op den kapitaaldienst
waren verantwoord. De Rijksvoorschotten betreffen voornamelijk
de rijksbouwvoorschotten, welke zijn verstrekt aan de woning-
bouwvereenigingen en het gemeentelijk woningbedrijf. De stijging
der rijksvoorschotten is veroorzaakt door de voorschotten uit het
Werkfonds voor de werkzaamheden aan de doorbraak met nieuwe
Gasbrug, Willemsbrug, Mauritsbrug enz. tot een totaal bedrag
van 647.850,25, waarop nog niet wordt afgelost.