L uitkeering per aangeslagene in gemeentefondsbelasting uit het werkloosheidssubsidiefonds. De totale opbrengst dezer belastinguitkeeringen bedroeg in 1940 1.034.000,—. Aannemende, dat deze uitkeeringen onveranderd waren gehand haafd over 1942, toen de gemeente was uitgebreid, dan zou een opbrengst verkregen zijn van 1.371.000, Bij besluit van 15 Juli 1943, Ned. Staatscourant van 30 Augustus 1943, no. 167, kwam echter een belangrijke wijziging in de finan- cieele verhouding tusschen Rijk en gemeenten tot stand, welk besluit tevens wijzigingen inhield met betrekking tot de belasting uitkeeringen en de subsidieering voor werkloozenzorg. Het beslu^j| trad met terugwerkende kracht vanaf 1 Januari 1942 in werking, zoodat over 1942 een verrekening plaats had in verband met reeds ontvangen uitkeeringen. In hoofdzaken kwam deze wijziging op het volgende neer. De gemeente ontving voortaan 100 subsidie in de kosten van werkloozenzorg, hetgeen echter door de sterk afgenomen werk loosheid een groot deel van zijn beteekenis voor de gemeente- financiën verloren had. De uitkeering ingevolge de financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten werd aanvankelijk ongeveer 250.000, hooger door de toegekende uitkeering per inwoner. (Inmiddels werd door den Minister van Binnenlandsche Zaken medegedeeld, dat over 1946 op deze uitkeering niet mag worden gerekend). De formule-uitkeering werd voor deze gemeente zeer ongunstig vast gesteld. Bij de vaststelling van den uitgavenfactor per inwoner over de jaren 1937, 1938 en 1939, waarnaar deze formule-uitkee ring is berekend, werd namelijk met het oog op de grenswijziging het gemiddelde genomen van de uitgavenfactoren der gemeente Breda vóór de grenswijziging en van de 3 gemeenten Ginneken, Princenhage en Teteringen. Hierdoor werd de uitgaven-factor bepaald op ongeveer 14,terwijl die voor Breda vóór dj| grenswijziging ongeveer 17,bedroeg en voor gemeenten, over eenkomende met de grootte dezer gemeente na de grenswijziging, 19,tot 20,Dit veroorzaakt voor Breda een lagere uit keering van ruim 100.000,Onze onmiddellijk gedane pogin gen welke nog steeds worden voortgezet om hierin wijziging te brengen, hadden tot nu toe geen succes. Op het gebied der belastingen bleef aan de gemeenten nog over, of werd toegekend: a. 190 opc. hoofdsom grondbelasting gebouwde eigendommen; b. 110 ,opci. hoofdsom grondbelasting ongebouwde eigen dommen; c. 150 opc. hoofdsom personeele belasting; d. 1,4 X hoofdsom ondernemingsbelasting.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 176