elasting uit oeg in 1940 ren gehand- lan zou een 30 Augustus in de finan- stand, welk ie belasting- Het beslu^ijf in werking,1 erband met neer. kosten van omen werk- gemeente- tusschen het 250.000,— (Inmiddels ïedegedeeld, rekend). De junstig vast- oer inwoner mule-uitkee- enswijziging er gemeente n Ginneken, gaven-factor :da vóór d.j :enten, over enswijziging, i lagere uit- dane pogin- rin wijziging neenten nog gendommen; wde eigen- - 5 De opbrengsten der opcenten op de belastingen, genoemd onder a, b en c, zijn te stellen op respectievelijk 337,000,12.600, en 340.000,zijnde in totaal 690.000,waarin weinig wij ziging komt. De toekenning van een conjunctuur-gevoelige be lasting als de ondernemingsbelasting blijkt geen gelukkige op lossing! te zijn als middel om tot verbetering van de financieele positie der gemeente te geraken. Eerst liet het zich aanzien dat de opbrengst van het aan.de gemeente toekomende gedeelte dezer belasting een aanzienlijke verbetering zou zijn. De Inspecteur der belastingen raamde de opbrengst voor 1942 op 910.000,en l^j/oor 1943 eveneens op dit bedrag. De werkelijke ontvangsten ten ate van 1942 bedroegen echter 295.578,en van 1943 117,535,Nadat aanvankelijk voor 1944 eveneens 910.000, was geraamd, werd de raming later teruggebracht tot 500.000, Bovendien moest op den dienst 1944 worden geraamd het ver schil tusschen de raming 1942 en de werkelijke ontvangsten, zijnde 910.000,295.578,— 604.422,—. De begrooting 1944 kon daarom sluitend worden gemaakt met een totale raming wegens uitkeering der ondernemingsbelasting van 500.000, 604.422,- 1.104.422,De werkelijke ontvangsten ter zake van deze belasting bedroegen in 1944 echter 214.443, zoodat ongeveer 889.000,minder werd ontvangen dan de raming. Het vermoedelijk tekort van 1.000.000,is hiermede grootendeels verklaard. Zoo werd in 1943 te dezer zake slechts ontvangen 117.535, tegen een raming van 910.000,Het tekort op den dienst 1943 bedroeg dan ook 640.619,91. Uit het bovenstaande zal U blijken, dat door het vervallen van de gemeentefondsbelasting en de opcenten op de vermogensbe lasting aan de gemeenten de mogelijkheid is ontnomen om het inkomen of vermogen der inwoners op eenigerlei wijze te belas ten. Er zijn belangrijke groepen van inwoners, die wel profiteeren van de diensten, welke de gemeente bewijst en ook lasten veroorzaken doch die niet of onvoldoende in de lasten bij dragen. Zij, die het landbouwbedrijf of een zelfstandig beroep uitoefenen, zooals notarissen, advocaten, doktoren, enz., alsook ambtenaren en gepensionneerden zijn wel belastingplichtig voor de Inkomstenbelasting resp. Loonbelasting welke geheel ten bate van het Rijk komt, doch via de Ondernemingsbelasting kbmt van of voor hen niets in de gemeentekas. Het zal daarom wenschelijk zijn het verband tusschen het inkomen der gemeente en het inkomen en vermogen harer inwoners eeniger- mate te herstellen. Bestond voorheen nog eenig verband door de uitkeering uit het gemeentefonds, waarin de opbrengst der ge meentefondsbelasting van alle belastingplichtigen werd gestort; thans behooren tot de inkomsten van dit gemeentefonds geen be-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 177