HOOFDSTUK III.
Het nadeelig slot van dit hoofdstuk is 58.000,lager dan
in 1945. Dit wordt in de eerste plaats veroorzaakt door de op
heffing van den luchtbeschermingsdienst, waardoor de ten laste
der gemeente komende kosten, welke in 1945 ruim 32.000,
bedroegen, komen te vervallen. In de tweede plaats zijn de totale
uitgaven voor de politie (volgn. 669 t/m 682 en 693a) 43.000,
lager dan over 1945, doordat de personeelsuitgaven met dit be
drag lager konden worden geraamd. Daarentegen zijn de kosten
van de straatverlichting (volgn. 691) 16.000,en de totale
kosten van de brandweer (volgn. 684 t/m 690 en 693b) 3.000,
hooger dan de raming over 1945.
Van de uitgaven op dit hoofdstuk zijn die ten behoeve van de
brandweer en politie gedurende de oorlogsjaren aanzienlijk ge
stegen. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met de op
1 Januari 1942 plaats gehad hebbende grenswijziging, al is deze
van meer invloed op de uitgaven van de politie dan van de
brandweer. De uitgaven der vrijwillige brandweer bedroegen vóór
1940 ongeveer 15.000,terwijl die van de beroepsbrandweer
de laatste jaren ongeveer 120.000,bedragen.
De uitgaven der gemeentepolitie bedroegen over:
1939 257.000,—
1943 416.000,—
en zullen naar raming bedragen over:
1945 573.000,—
1946 530.000,—.
De kosten van de politie per inwoner bedroegen in 1939
5.068,Berekend naar deze gemiddelde kosten zouden de
uitgaven over 1943 bedragen 389.000,over 1945 405.000,
en over 1946 414.000,Rekening houdende met de herziening
der salarissen van het politiepersoneel, ingaande 1 Maart 1943,
de noodzakelijke uitbreiding van het corps, en de stijging der
kosten van kleeding, uitrusting, onderhoud van auto's, motoren
en rijwielen, enz. is de verhooging der uitgaven ten opzichte van
1939 niet abnormaal.
HOOFDSTUK V.
De uitgaven op dit hoofdstuk zijn voornamelijk gestegen door
de hooge kosten der woningnoodcommissie (volgn. 773). In 1945
waren deze kosten geraamd op 10.000,welke raming echter
aanmerkelijk overschreden zal worden, terwijl deze uitgaven in
1946 42.000,zullen bedragen. Aangezien de uitgaven voor
namelijk de personeelsformatie betreffen, zijn ook de kosten voor
sociale verzekeringen (volgn. 761) ongeveer met 5.000,ver
hoogd.
