volhouden, dat het gemeentebestuur onbevoegd en onrecht matig rijdt met een wagen, die aan het gemeentebestuur is overgedragen, omdat de rijvergunning voor dien wagen toevallig nog op naam van een gemeente-ambtenaar staat. Destijds is de wagen inderdaad weggehaald uit de garage van de gemeentereiniging, doch niet op last van den heer van Mierlo; doch door een der functionarissen van M.G., die meende den wagen weer voor het M.G. te kunnen vorderen. De heer v. Mierlo heeft toen door de politie den wagen uit een garage van het M.G. weg laten sleepen naar de garage van de brandweer, op grond dat de wagen eigendom van de gemeente was, hetwelk het M.G. heeft moeten erkennen. Het is destijds wel degelijk de bedoeling geweest, zoowel van het M.G. als van de gemeente, den wagen in eigendom aan de gemeente Breda over te dragen. Naar onze meening heeft ook een normale en volledige eigendomsoverdracht plaats gevonden. Hiervoor pleiten de volgende dingen. Vooreerst wordt in den brief, waarin de heer Dijkers verklaart den wagen te hebben overgenomen, gesproken van: „oude eigenaar" (Bijlage 6 en 7). Vervolgens is de wagen voor een bepaald bedrag getaxeerd. Bij het niet overdragen in eigendom was een taxatie overbodig geweest. Een nota van den Hoofdcommies-chef van het Ve Bureau uit dien tijd, toont aan dat er onderhandeld is over de wijze van betaling, hetgeen eveneens weer op eigendoms overdracht duidt (bijlage 8). Ten slotte hebben onderscheidene functionarissen van het M.G. (tot de hoogste chef van het M.G. toe), nadat tot driemaal toe gepoogd was den wagen wederom aan de gemeente afhandig te maken, op grond dat zij toegaven dat de wagen eenmaal door het M.G. aan de gemeente in eigendom was afgestaan, den wagen aan de gemeente gelaten. Het gemeentebestuur verklaart nadrukkelijk, dat de wagen uitsluitend en alleen is gebruikt door de leden van het gemeentebestuur, voorts met zijn medeweten en goedvinden door hoofden van diensten en enkele malen door personen die door den Commissaris der Koningin en andere ambts-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 253