No. 163.
BIJLAGEN 1946.
7 October 1946.
No. VI/17868.
VOORSTEL tot toekenning van
pensioen aan de voormalige
wethouders J. N. Kroone en
Mr, E. L. H. M, van Mierlo.
Aan den Raad der gemeente Breda,
Drie September 1946 hielden de heeren J. N. Kroone en Mr.
E. L. H. M. van Mierlo op wethouder Uwer gemeente te zijn.
Deze personen komen nu in aanmerking voor wethouders
pensioen.
De heer Kroone op 29 April 1937 tot wethouder gekozen
heeft ingevolge artikel 2, lid 1 der verordening regelende de
pensionneering der wethouders en hunne weduwe en weezen
(gem.bl. 1937 no. 706) aanspraak op ouderdomspensioen.
Dit pensioen bedraagt voor elk kwartaal, dat hij wethouder is
geweest, f 31,25 tot een maximum van de helft van de laatstelijk
genoten jaarwedde per jaar. Gedeelten van een kwartaal van
45 dagen of minder worden voor een vol kwartaal gerekend.
In verband hiermede heeft de heer Kroone dus recht op een
ouderdomspensioen van f 1156,25 's jaars (9V4 X 4 X f 31,25).
Ingevolge artikel 10 van meergenoemde verordening wordt dit
pensioen verleend op schriftelijk verzoek van den gerechtigde;
de raad is echter bevoegd dit pensioen ambtshalve toe te kennen.
f Aangezien de heer Kroone tot op heden geen schriftelijk ver
zoek indiende, heeft ons college de eer U voor te stellen den
heer Kroone met ingang van 3 September 1946 een ouderdoms
pensioen toe te kennen van f 1156,25 's jaars.
De heer van Mierlo werd op 6 September 1927 wethouder,
waardoor de bepalingen van de verordening, vervat in gemeente
blad 1935, no. 596, op hem van toepassing zijn.
Ingevolge artikel 2, lid 2 van deze verordening heeft de heer
van Mierlo aanspraak op voortdurend pensioen, welk pensioen
f 1500,— 's jaars bedraagt.
Pensioen overeenkomstig deze verordening te verleenen wordt
toegekend op schriftelijk verzoek van den rechthebbende.