BIJLAGEN 1946.
No. 205.
5 November 1946.
No. V/17812.
NADER VOORSTEL met betrek
king tot het ontslag van Ir. H.
J. Kolkman als leeraar van
het Gymnasium,
Aan den Raad der gemeente Breda,
Bij Uw besluit dd. 12 Juni 1946 werd aan den heer Ir. H. J.
^Kolkman op zijn verzoek met ingang van 16 Augustus 1946
eervol ontslag verleend als leeraar aan het Stedelijk Gymnasium,
alhier, waartoe wij U adviseerden bij schrijven dd. 21 Mei 1946,
nr. V/1520 (Bijlagen 1946, nr. 88).
Zooals U bekend, had de heer Kolkman ontslag gevraagd tegen
het einde van den cursus 1945/46. Ingevolge rondschrijven van
den Minister van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen dd. 11
April 1946, nr. V/58951, Afd. V.H.M.O., gold hiervoor als
datum 15 Augustus 1946, behoudens voorziening voor het geval
een per dien datum verleend ontslag tot onbillijkheden zou leiden
bij herbenoeming; de nieuwe cursus begon n.l. in afwijking van
voorgaande jaren op 1 September.
De heer Kolkman bleef niet bij het onderwijs werkzaam en kon
alzoo o.i. niet met ingang van 1 September 1946 worden ont
slagen, zoodat wij meenden in den geest van voornoemde ministe-
rieele circulaire te handelen, door U als ontslagdatum 16 Augustus
1946 te adviseeren.
Hiertegen heeft de heer Kolkman bezwaar gemaakt en de
meening van den Inspecteur der Gymnasia over deze aangelegen
heid gevraagd. De Inspecteur bleek ten aanzien van den datum
van het ontslag onderscheid te maken tusschen vast aangestelde
leeraren en tijdelijk benoemden. Deze interpretatie werkt verwar
rend met betrekking tot wat nu volgens den Minister de afloop
datum van den cursus 1945/46 is.
Wij hebben ons na kennisneming van de tusschen den heer
Kolkman en den Inspecteur der Gymnasia gevoerde correspon
dentie met laatstgenoemde in verbinding gesteld. De Inspecteur
liet bij zijn antwoord in het midden, wat in verband met de
ministerieele circulaire juist zou zijn, doch gaf in overweging