voornamelijk zakelijke belastingen zijn toegewezen, waarvan de
opbrengst in geen verband staat tot de heerschende conjunctuur.
De gemeente heeft niet de mogelijkheid om het inkomen of ver
mogen harer inwoners te belasten.
De belangrijke begrootingstekorten hebben echter nog andere
onaangename gevolgen.
Het Rijk meent de gemeenten, wier budget niet in evenwicht is,
als noodlijdend te moeten aanmerken.
Het gevolg is dat op deze gemeente het zeer scherpe toezicht
nog drukkender wordt uitgeoefend en van eenige bewegingsvrij
heid bij het bestuur der gemeente geen sprake meer is. Wij be
treuren dit in ernstige mate, omdat hierdoor de autonomie der
gemeenten nog verder beknot wordt, hetgeen wij in het staats-
bestek niet juist achten.
Van een beperking van de wettelijke rechten der gemeente
besturen mag slechts sprake zijn, indien blijkt dat zij in hun beleid
te kort schoten. Dit is als regel niet het geval. Wij meenen dat
cle schuld van den ongunstigen financieelen toestand der gemeen
ten, waarbij een sluitend budget hooge uitzondering werd en nood
lijdendheid regel is, te wijten is aan het Rijk. Nieuwe uitgaven
werden opgelegd, het gemeentelijke belastinggebied is ingeperkt of
werd gedeeltelijk naar het Rijk overgeheveld, zonder dat de Finan-
cieele Verhouding tusschen het Rijk en de Gemeenten tijdig werd
geregeld.
Een ander gevolg van het verbroken evenwicht in de begroo
ting is, dat dit stuk niet beantwoordt aan een harer doeleinden.
De begrooting dient te zijn een stuk, waaruit het bestuursbeleid
blijkt, zij dient een richting weer te geven. Het tekort en de
talrijke voorschriften van hoogerhand noodzaken een begrooting
samen te stellen, waarin slechts die uitgaven zijn opgenomen, welke
strikt noodzakelijk zijn.
Het is ons niet mogelijk hierin volledige uitdrukking te geven aan
de vooruitstrevende politiek, welke wij wenschen te voeren. Voor
1947 bestaan verschillende plannen, welke zoo spoedig mogelijk
tot uitvoering moeten worden gebracht. Als voornaamste noemen
wij de normaliseering van de Aa of Weerijs om een einde te
maken aan den jaarlijkschen wateroverlast voor het gebied tus
schen de Julianalaan en de Oranjeboomstraat; de verdere ontwik
keling van het doorbraakplan in de richting van de van Coothbrug;
den aanleg van sportterreinen en speeltuinen; den bouw van 300
woningen.
De aanleg van de gasleiding voor de verkrijging van gas van
de staatsmijnen zal in 1947 haar beslag krijgen, zoodat de gere
gelde gaslevering dan geen directe zorgen meer behoeft te baren.
Alle pogingen worden in het werk gesteld om de voor handel en
industrie noodzakelijke luchtverbinding via het vliegveld Nerhoven
tot stand te brengen.
Voorts zijn er plannen in voorbereiding om te komen tot de