besluit, maar met toepassing van het Koninklijk Besluit van 10 October 1945 (Staatsblad no. F 221) én met het praedicaat eervol. De beleidsfouten, welke Mr. Dr. Frederiks heeft gemaakt, werpen op zijn persoon naar het oordeel van den Minister mitsdien geen smet. De gemeente heeft zich naar dezerzijdsche meening te houden aan dit oordeel van den Minister, die zich terzake liet voorlichten door de Commissie van Advies, bedoeld in artikel 5 lid 4 van het Zuiveringsbesluit een commissie, welke, naar bij de discussi<p in de Staten-Generaal alom werd erkend, voor de hoogst ge plaatsten de strengste eischen stelt. Trouwens de gemeente is ook volkomen buiten staat zich in deze een eigen oordeel te vormen. De Mr. Dr. Frederiksstraat, welke indertijd dien naam kreeg om Mr. Dr. Frederiks te eeren voor zijn groote verdiensten bij de grenswijziging, op dezelfde wijze als Minister Kan in 1927 is geëerd, dient o.i. dien naam dan ook te behouden. Men bedenke bovendien, dat het ontnemen van eerbewijzen iets anders is dan niet-toekennen ervan. Slechts eerloozen ont neemt men een eerbewijs. Indien Uw Raad dit advies wil volgen, dan zullen de straat naamborden, welke kort na de bevrijding in afwachting van de definitieve uitspraak in de zaak-Frederiks werden verwijderd een bordje, dat kortgeleden eenige persartikelen uitlokte, is toen per abuis blijven hangen weder worden aangebracht. Terloops zij hieraan nog de opmerking toegevoegd, dat het verschil van meening, dat te dezen is gerezen, naar onze meening reden moet zijn om aan de namen van nog levende personen' geen straatnamen meer te ontleenen. Het tweede punt, dat in het request wordt aangeroerd, is dit, of de nagedachtenis onzer voor het vaderland gevallen verzets lieden niet mede ware te eeren door het noemen van straten naar dezen. Alvorens omtrent dit idee onze zienswijze kenbaar te maken, lijkt het ons dienstig U er van in kennis te stellen, dat onder voorzitterschap van den Burgemeester een Comité „Breda eert zijn gevallenen" werkzaam is om te onderzoeken op welke wijze het best uiting kan worden gegeven aan de gevoelens van eerbied en dankbaarheid voor hen, die voor de zaak van het vaderland hun leven gaven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 58