Dit comité, waarin zitting hebben de Heeren J. J. H. A. Bruna Mr. B. W. M. Drion, A. Hallema, M. G. Hölscher, D. W. van, Ouwerkerk, Drs. A. J. L. v. d. Poel en Mr. Fr. Smits heeft zich uitgesproken voor een grootsch monument. Omtrent de plaats waar dit monument zal moeten verrijzen en de idee, welke het zal verzinnebeelden, heeft het comité zich nog geen definitief denkbeeld gevormd. Het doet zich terzake adviseeren door de Heeren P. A. Hornix, F. Mol, L. v. d. Meer, C. M. van Koolwijk en N. Steenbergen, welke laatste ook zitting heeft in de Provinciale Commissie van advies voor de oorlogs- of vredes-gedenkteekens, bedoeld in artikel 3 van het Besluit oorlogs- of vredes-gedenkteekens. Wel staat reeds vast, dat op het monument de namen van alle Breda- naars, die voor het land hun leven gaven, zullen worden ingesteld. Zoodra de voorbereidingen een verder stadium hebben bereikt, zullen wij U nader inlichten. Thans terugkeerende tot de vraag, of de nagedachtenis onzer gevallenen niet mede ware te eeren door naar hen straatnamen te noemen, zij opgemerkt, dat uit het hiervoren medegedeelde m.b.t. het Comité „Breda eert zijn gevallenen" niet mag worden afgeleid, dat wij van oordeel zouden zijn, dat het monument de eenige uiting van Breda's dankbaarheid jegens de gevallenen zou moeten zijn. Ook op andere wijzen zal de bevolking zijn gevallen helden kunnen eeren. Desalniettemin kunnen wij slechts weinig voelen voor de idee om meerdere straten naar gevallen strijders te noemen, en wel omdat aan de idee door een straatnaam het verzet te eeren een idee, dat vorm vond in den Paul Windhausenweg wordt afbreuk gedaan door meerdere straten naar namen van verzets lieden te noemen. Wij achten dit bezwaar zelfs van overwegenden aard en zien er reden in om U te adviseeren op de gegeven suggestie niet in te gaan. Trouwens het zou wel zeer moeilijk zijn uit de namen, die zich als vanzelf aandienen, een keuze te maken. Burgemeester en Wethouders van Breda, VAN SLOBBE, burgemeester, F. VAN MEERWIJK, lo.-secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1946 | | pagina 59