No. 40. VOORSTEL tot vaststelling van een
BIJLAGEN 1946.
22 Februari 1946. ontwerp-verordening op de
No. V/3034. heffing van markt-, staan- en
weeggeld voor de veemarkt.
Aan den Tijdelijken Raad der gemeente Breda.
Het ligt in het voornemen begin Maart e.k. de veemarkt, die tij
dens de afgeloopen jaren niet plaats vond, wederom in eere te
herstellen.
De vraag is daarbij gerezen, welke tarieven voor toelating en we
ging van vee moeten worden toegepast. Daar de tarieven opgeno
men in de in 1937 vastgestelde verordening (gemeenteblad no. 712)
zich niet meer aanpassen aan het tegenwoordig peil, zijn elders in
Noord-Brabant inlichtingen ingewonnen naar de aldaar geldende
marktgelden.
Het onderwerpelijke marktgeld zou thans, mede om het verlies
niet te groot te doen worden, dienen te worden vastgesteld als
volgt:
Artikel 1.
voor runderen of eenhoevige dieren 0,25 (vroeger ook 0,25);
voor varkens, vette kalveren, graskalveren 0,15 (vroeger
0.10));
voor nuchtere kalveren, geiten, bokken, schapen 0,10 (vroeger
0,05);
voor biggen en lammeren 0,05 (vroeger 0,02).
Artikel 3.
Voor een vaste standplaats is boven het gewone marktgeld bij
vooruitbetaling verschuldigd per kalenderjaar voor:
een rund of eenhoevig dier 1.vroeger 0,50
een varkenshok 5.0,50
ander klein vee per stuk 0,50 0,25
Artikel 4.
Voor het bewaren van rijwielen 0,10 vroeger 0,03.
Een nieuwe ontwerp-verordening, waarin bovenstaande nieuwe
tarieven zijn verwerkt, gaat hierbij.