No. 58 BIJLAGEN 1947 25 Februari 1947 No. 1/3461. VOORSTEL tot het aangaan van een overeenkomst met de N. V. Veecentrale te Breda inzake het ophalen van cadavers. Aan den Raad der gemeente Breda. t Op 18 October 1934 werd door de gemeente Breda met de N. C. B. een Contract afgesloten tot destructie van cadavers. Op 11 December 1941 zijn alle rechten en verplichtingen, welke voor de N.C.B. voortvloeiden uit deze overeenkomst, overgedragen aan de N.V. Brabantsche Destructor te Son, welke overdracht door de gemeente Breda werd aangenomen en erkend. In artikel 6 dezer overeenkomst is bepaald, dat de N.C.B. (sinds 1941 derhalve: de N.V. Brabantsche Destructor te Son) verplicht is de cadavers te doen ophalen van de plaats waar deze zich bevinden. De boeren brachten hun cadavers naar den harden weg, waar ze bleven liggen tot de destructor ze ophaalde. Het behoeft geen betoog, dat aan het deponeeren van gestorven dieren langs de groote (verharde) wegen, ernstige hygiënische bezwaren kleefden. In de vergadering van de bij den Vleeschkeuringskring Breda aangesloten gemeenten is de wensch geuit om te komen tot een onderlinge uniforme regeling betreffende het ophalen van cadavers. De N.V. Veecentrale te Breda heeft zich bereid verklaard om met alle gemeenten van den vleeschkeuringskring Breda, t. w. de gemeenten Breda, Teteringen, Beek, Nieuw-Ginneken, Terheijden, Rijsberg en, Ettenen Leur, Zundert en Chaam, een overeenkomst «an te gaan tot het ophalen van cadavers van de plaats waar deze zich bevinden en ze te vervoeren naar het Openbaar Slacht huis te Breda, tegen een vergoeding welke voor iedere gemeente verschillend is. De vergoeding welke de gemeente Breda zal hebben te betalen is lager dan die voor andere gemeenten. De N.V. Brabantsche Destructor te Son komt de cadavers dan afhalen van het slachthuis te Breda. Volledigheidshalve deelen wij U nog mede, dat in de gemeente Breda per jaar circa 2Ö0 dieren moeten worden opgehaald. Zoo als uit artikel 3 van de ontwerp-overeenkomst blijkt, betaalt de gemeente Breda een vergoeding van f 3,50 per dier. Hiertegen over staat echter de door de N.V. Brabantsche Destructor te Son toe te kennen restitutiepremie, welke ten goede komt aan de gemeente. Deze restitutiepremie wordt berekend naar de grootte van

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 121