No 59.
BIJLAGEN 1947
24 Febr. 1947
No. V/1648.
VOORSTEL tot het aangaan van
een overeenkomst met de Gemeente
Nieuw-Ginneken, inzake eigen
domsoverdracht van het pand Vi-
andenlaanl aan de gemeente Breda.
Aan den Raad der gemeente Breda.
Bij de laatste wijziging van de grenzen der gemeenten Breda,
Teteringen, Princenhage en Ginneken c.a,, werd o.m. bepaald, dat
de nieuwe gemeenten Beek N.B. en Nieuw-Ginneken respectie
velijk verkregen den eigendom van het bestaande gemeentehuis
en de bijbehoorende gebouwen van de opgeheven gemeente Prin
cenhage en van de opgeheven gemeente Ginneken c.a. en voorts,
dat de Commissaris der Koningin het tijdstip bepaalt, waarop de
eigendom van die gebouwen overgaat op de gemeente Breda,
alsmede voor zooveel noodig welke geldelijke bijdrage de gemeente
Breda voor de vestiging van een nieuw gemeentehuis voor de
gemeente Beek N.B., onderscheidenlijk voor de gemeente Nieuw-
Ginneken, moet leveren.
Onder de „bijbehoorende gebouwen" behoort, wat de gemeente
Nieuw-Ginneken betreft, het pand Viandenlaan no. 1, de z.g.
Oude Pastorie, welk gebouw ten tijde van'de grenswijziging ge
bruikt werd voor de afdeeling bevolking en burgerlijke stand van
de gemeente-secretarie. Dit bureau werd na eenigen tijd overge
bracht naar het bestaande gemeentehuis en het pand Viandenlaan
1 werd m.i.v, 1 November 1943 als woonhuis ingericht en ver
duurd. Na te zijn gebruikt door het Duitsche leger en door Ge
allieerde militairen werd het per 1 December 1945 verhuurd aan
een architectenbureau tegen een huurprijs van f. 65,— per maand
De „Oude Pastorie" wordt dus niet meer voor den publieken
dienst der gemeente Nieuw-Ginneken gebruikt en zal ook in de
toekomst die bestemming wel niet meer verkrijgen. Het tijdstip
is daarom naar onze meening aangebroken om de Oude Pastorie
per 1 Januari 1947 in eigendom op de gemeente Breda te doen
-overgaan; ook het gemeentebestuur van Nieuw-Ginneken is deze
meening toegedaan en is bereid terzake met de gemeente Breda
een overeenkomst aan te gaan. De Commissaris der Koningin stemt
met een dergelijke overeenkomst in en acht zijn interventie, als
in de grenswijzigingsbeschikking bedoeld, overbodig wanneer de
gemeenten tot een overeenkomst geraken.