sub a t/m c: f 25.124,07
d: f 879,46
e: f 1.208,73
Totaal f 27.212,26
f 27.212,26
f 25.203,—
Ontvangsten aan schoolgeld
Bedrag bedoeld onder II.2
v.h. besluit
f 2.009,26
Aangezien het totaal aantal* leerlingen der school over 1942
376 bedroeg, waaronder 332 Bredasche leerlingen, zou het ge
meentelijk subsidie over 1942 bedragen:
332/376 X f 2.009,26 f 1. 774,13, d.i. ruim f 5,- per leer
ling. i
Van de onder d en e genoemde uitgaven (de door de gemeente
erkende uitgaven voor rente en salarissen Latijn) tot een totaal
bedrag van 2.088,19. zou dus een niet-gesubsidieerd bedrag van
f 2.088,19 1.774,13 314,06 ten laste van het Lyceum-
bestuur blijven. Dit bedrag wordt hooger naarmate de schoolgeld
opbrengst stijgt, terwijl het gemeentelijk subsidie dan naar even
redigheid .vermindert. Aangezien het schoolgeldbedrag na 1942
reeds tot boven f 30.000,— is gestegen, zou bij deze opbrengst
in het geheel geen gemeentelijk subsidie meer verschuldigd zijn.
Uiteen en ander zal U duidelijk zijn, dat de huidige subsidie
regeling niet aan haar bedoeling beantwoordt en het van het
schoolbestuur ontvangen verzoek tot wijziging der subsidievoor
waarden komt ons dan ook billijk en gegrond voor. De thans
naar voren gekomen bezwaren tegen de huidige subsidie-regeling
kunnen worden ondervangen door in artikel II sub.2 van het be
sluit van 9 Januari 1942, de letters a t/m e te vervangen door
a t/m c, waardoor alleen voor laatstgenoemde posten een aftrek
der schoolgeldopbrengst wordt toegepast. Het komt ons billijk
voor deze wijziging te doen ingaan op 1 Januari 1942.
Het Lyceumbestuur verzoekt voorts in het vervolg ook kosten
voor administratie en voor de bibliotheek onder de door de G
meente te subsidieeren bedragen op te nemen.
Het bedrag, waarin het Rijk in de administratiekosten subsidi
eert, is onlangs verhoogd en bedraagt thans voor het Lyceum
850,—. Het is duidelijk, dat dit bedrag voor een school, die
zich in den loop der jaren tot een groote instelling van 390 leer
lingen en 17 klassen heeft ontwikkeld, waarbij de hulp van een
geroutineerd administrateur met een vrijwel volledige dagtaak niet
meer gemist kan worden, niet voldoende is. Een vergoeding voor
den administrateur van tenminste f 3.750,—, met inbegrip der
sociale lasten, lijkt ons allerzins gemotiveerd. Op deze vergoeding
zal dan het voor rijkssubsidie in aanmerking komend bedrag voor
administratiekosten in mindering moeten worden gebracht.