No. 115
VOORSTEL tot het verlenen van
een crediet ad f 9500,— voor
den aanleg van een trottoir langs
een gedeelte van den Tetering-
schedijk.
Aan de Raad der gemeente Breda.
Met de eigenaren van de perceelen Teteringschedijk 1 t/m 35
hebben 'wij onderhandelingen gevoerd omtrent den afstand van
de vóór de rooilijn liggende gedeelten van hun perceelen, teneinde
daarop een trottoir te kunnen aanleggen.
Het resultaat dezer onderhandelingen is geweest, dat op 2 uit
zonderingen na alle eigenaren zich bereid hebben verklaard de
bedoelde perceelsgedeelte aan de gemeente af te staan.
Slechts de eigenaar van het perceel Teteringschedijk 11/1 la en
die van de perceelen 23 en 27 hebben tot dusverre hun bereid
verklaring niet ingezonden.
Wij verwachten, dat de eigenaar van de perceelen no's 23 en
27, als eenmaal met den trottoiraanleg wordt begonnen, alsnog
wel zijn medewerking, in den vorm van groodafstand, zal verleenen.
Trouwens, doet hij dat niet, dan kunnen wij hem, na den aanleg
van het overige trottoir, ingevolge de bepalingen van de Bouw
verordening verplichten, zijn vóór de rooilijn gelegen grond op
dezelfde wijze te verharden.
Met den eigenaar van het perceel no. 11/1 la is het een ander
geval. Deze eigenaar is in principe bereid tot grondafstand, maar
rij meent, dat zijn bedrijf daardoor een aanzienlijk bedrijfsschade
(f 15.000,—) zal lijd en. Alvorens daarom de onderhandelingen
met hem verder te voeren, hebben wij het nuttig geacht het
advies van een deskundige in te winnen, teneinde te doen vast
stellen of er inderdaad bedrijfsschade geleden wordt en zoo ja,
hoe groot die schade is.
Dit advies zijn wij nog wachtende. Intusscihen is aan de belang
hebbenden bij den trottoiraanleg, die hun medewerking hebben
verleend, toegezegd, dat het trottoir dit voorjaar zou worden
aangelegd. Het komt ons daarom gewenscht voor met den trot
toiraanleg niet te wachten tot een regeling met de eigenaren van
BIJLAGEN 194/
30 April 1947
No. 1/767.