Een dergelijke vereniging, waarbij de belangen van particulieren zo nauw zijn betrokken, moet in staat zijn grotendeels zichzelf te bedruipen. Wanneer dat niet het geval is, is het financieel funda ment der vereniging niet genoeg gelegd. Nu doet zich thans de omstandigheid voor, dat verbetering van het financieel fundament der vereniging practisch slechts mogelijk moet worden geacht bij een sterk verhoogde activiteit der vereniging, zodat het niet mogelijk is thans het subsidie-bedrag reeds te koppelen aan de contributie-opbrengst. Wij menen, dat de vereniging uit de moeilijkheden moet worden geholpen door als overgangsmaatregel bedoelde subsidie-maatstaf los te laten en de vereniging de nodige activiteit te verlenen door het mogelijk te maken, dat zij een directeur aanstelt; de kosten van salariëring van de directeur ad f 3600,— per jaar zouden wj) daarom gedurende de eerstkomende drie jaren voor rekening der gemeente willen nemen. De Directeur zal tot taak moeten krijgen naast het krachtig ter hand nemen van propaganda-acties, het verschaffen aan de vereniging van een zo breed mogelijk zelf standig financieel fundament door aanwerving van meer contri- buerenden, verhoging der bijdragen van contribuerenden, samen werking en mogelijk steun van andere verenigingen e.d. Na deze overgangsperiode van 3 jaar zal het subsidie naar onze mening opnieuw moeten worden vastgesteld. Voor het voeren der propaganda-acties heeft de vereniging nog een geblokkeerde reserve, welke binnenkort zal worden gedeblok keerd en met de geleidelijk aan stijgende eigen inkomsten, vol doende moet worden geacht voor de kosten dier acties. Te Uwer informatie zij nog medegedeeld, dat de V.V.V.'s te Eindhoven en 's-Hertogenbosch beide een directeur hebben en dat het gemeentelijk subsidie in genoemde steden f 5000,- resp. f 2200,— bedraagt. Wij stellen II, op grond van bovenstaande, voor te besluiten de V.V'.V. „Breda Vooruit" uit de gemeentekas gedurende de eerstvolgende drie jaren een extra subsidie te verlenen van f 3600,— per jaar voor bezoldiging van een directeur, oncf voorwaarde, dat deze directeur in overleg met ons college wordt benoemd en dat na afloop van deze drie jaren het gemeentelijk subsidie opnieuw' zal worden bepaald. Burgemeester en Wethouders van Breda; VAN SLOBBE, burgemeester, VAN WOENSEL, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 248