ad. 3. Omtrent de financiële toestand van het gezin is door de dienst van maatschappelijk hulpbetoon alhier een onderzoek ingesteld. Het terzake uitgebrachte rapport gaat, te Uwer informatie, hierbij*). Artikel 13 sub e der wet bepaalt, dat de vervoerkosten zo nodig ten volle worden vergoed. Op grond van het door de dienst van maatschappelijk hulpbetoon uitgebrachte rapport en in aanmerking nemend dat de vervoerskosten (B.8.A.-bus) per maand f 7,70 zullen bedragen, wil het ons voorkomen, dat de heer Kaufman in staat moet worden geacht, zelf een gedeelte der vervoerkosten te dragen, waarbij ons een percentage van 50% billijk voorkomt. Aangezien de aanvrage overigens aan de door de wet gestelde vereisten voldoet, hebben wij mitsdien de eer U in overweging te geven aan de heer Kaufman voornoemd een tegemoetkoming te verlenen van 50% in de kosten van vervoer van zijn zoon Johan A. van zijn woning Rijsbergseweg 446 tot de school Nieuw- straat 31 v.v., tot een maximum van f 3,85 per maand. Wij merken nog op, dat de wet de bijdrage beperkt tot leer' plichtige leerlingen zodat, daar de leerplicht ingevolge de leer' plichtwet aanvangt bij het bereiken van de 7-jarige leeftijd, de te verlenen tegemoetkoming voor de leerling Johan A. Kaufman, geboren 7 October 1940, eerst zal kunnen ingaan op 7 October 1947. Burgemeester en Wethouders van Breda VAN SLOBBE, burgemeester, VAN WOENSEL, Secretaris. oj Ligt ter visie in de Leeskamer,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 426