BIJLAGEN 1947
NO. 21 VOORSTEL om het Koninklijk Be-
T sluit van 14 December 1946,
17 Januari 1947. XT
No. G362, van toepassing te
No. VI 890 verklaren op het in ambtelijk
verband werkende gemeente-
personeel.
'5*ïAan den Raad der gemeente Breda.
Zooals uw Raad wellicht reeds uit courantenberichten bekend
is, heeft het Centraal Gezag, in afwachting van een definitieve
regeling der salarissen en loonen van het Rijkspersoneel, een
overgangsregeling getroffen, waarbij aan het Rijkspersoneel een
tijdelijke toelage van 10°/0 wordt toegekend, (K.B.G. 362). Het
is de wensch van de Regeering, dat dit K.B.G. 362 van overeen
komstige toepassing wordt verklaard voor het Gemeenteperso-
neel. Deze aangelegenheid heeft gisteren naar aanleiding van ge
rezen moeilijkheden een onderwerp van berpreking uitgemaakt
ten Departemente van Binnenlandsche Zaken. Hierbij is gebleken
dat wil men een raadsbesluit, strekkende tot van toepassingsver
klaring van K.B. G 362, goedgekeurd krijgen, door het Centrale
Gezag sterk wordt vastgehouden aan twee zaken
le. het invoeren van een ongehuwden aftrek 5
0/
'0
2e. het niet doorbreken van het salarispeil in de betrok
ken gemeente, geldende voor Rijksambtenaren en
Rijkswerklieden.
Ad 1. In alle toekomstige gemeentelijke salarisregelingen
zal een ongehuwden-aftrek van 5% verplicht zal worden
gesteld. In afwachting daarvan wenscht men nu reeds
dat de overgangstoelage voor ongehuwden niet zal
worden gesteld op 10°/0, doch op slechts 57o> omdat
anders de ongehuwden ten eerste nu tijdelijk „bevoor
deeld" worden boven de gehuwden en ten tweede
nu meer zouden ontvangen dan straks en dus straks
in salaris zouden moeten achteruitgaan.
Aangezien blijkt, dat aan den ongehuwden-aftrek straks
niet te ontkomen zal zijn, wordt voorgesteld K.B. G.
362 van toepassing te verklaren, met deze restrictie
evenwel, dat ongehuwden ten hoogste 5% overgangs
toelage zullen genieten.