Ad. 2. Het niet doorbreken van het Rijkssalarispeil. Het mag niet voorkomen, dat tengevolge van de 10% over gangstoelage het Gemeentepersoneel een hooger salaris ontvangt dan het Rijkspersoneel, Voor de ambtenaren biedt deze bepaling vermoedelijk weinig of geen moeilijkheden. De salarissen van deze categorie zijn in dertijd tengevolge van het rapport van de Commissie Schouten -aan het Rijkspeil getoetst. Waar zij naar boven of naar beneden van de vergelijkbare rijksfuncties afweken en nog afwijken was daarvoor een ook van rijkswege gebillijkte reden. Het is dus niet te verwachten, dat de 10% overgangstoelage, die ook voor het Rijkspersoneel geldt, in de verhoudingen noemenswaardige wij ziging zou brengen, tenzij men nog eens teruggrijpt op de sala risherziening van 1942, toen enkele salarissen zijn gewijzigd in verband met de grootere verantwoordelijkheid tengevolge van de grenswijziging, een herziening, die overigens ook toen aan het Rijk is voorgelegd. Wat de gemeentewerklieden betreft, staat de zaak anders. Ge bleken is, dat de loonen van deze categorie liggen boven de te Breda geldende loonen voor Rijkswerklieden. Dit is een gevolg van het feit, dat voorheen als plafond voor de loonen van ge meentewerklieden ook met het plaatselijk loonpeil werk rekening gehouden naast dat voor de rijkswerklieden. Men wenscht nu zonder pardon vooral alleen het laatste plafond nog als norm te aanvaarden. Het gevolg is, dat de werklieden niet allen hun volle 10% overgangstoelage zullen kunnen genieten. Zoo zal de eerste loon- klasse slechts kunnen stijgen van f 37,80 tot f 38,07, de tweede van f 39,61 tot f 39,90, de derde blijft op f 41,41, omdat het rijkspeil slechts f 41,15 aangeeft, de vierde gaat van f 43,21 op f 43,60 over, de vijfde van f 45,01 op f 46,69, de zesde van f 46,80 op f 49,15, alles in maximum. Men zou dit alles kunnen aanvaarden, ware het niet, dat iir^ bovengenoemde cijfers als maximum de rijksloonen in een tweede klas gemeente moesten worden genomen, omdat Breda nu een maal nog steeds een tweede klas gemeente is. Dit laatste feit echter is het ergernis wekkende punt. Men is in Den Haag doende de classificatie der gemeenten te herzien, doch deze herziening kan nog wel even op zich laten wachten. Echter is ons gebleken, dat er verschillende gemeenten zijn, die hoewel in de tweede klas geplaatst, machtiging hebben om eerste klas loonen te betalen. Zoo o.a. Hoensbroek, Wassenaar Rijswijk, Voorburg. Voor deze gemeenten (mijnstreek, randge meenten van Den Haag) zijn bijzondere omstandigheden aange nomen. Hoewel wij sterk betwijfelen, of er eenig succes zal zijn

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 46