Hoofdstuk III.
Het nadelig saldo op dit hoofdstuk is f 350.000,lager dan
in 1947, hetgeen uitsluitend een gevolg is van de raming der
rijksbijdrage in de kosten der politie (volgnr. 38), welke in 1947
niet op de oorspronkelijke begroting was geraamd, doch daaraan
bij de le wijziging werd toegevoegd. De totale inkomsten zijn
ruim f 450.000,— hoger en betreffen:
38. Rijksbijdrage in de kosten der politie f 394.800,—
39. Verhaal premiën ziektewet en ziekenfondsen-
besluit 5.500,—
40. Verhaal van pensioensbijdragen 46.600,—
Hiertegenover staan echter hogere uitgaven tot een bedrag van<^;
f 100.000, Zo zijn de jaarwedden van het politiepersoneel
(volgn. 670) f 53.000,hoger geraamd. Dit is een gevolg van
verhoging der jaarwedden als compensatie voor het vervallen van
het premievrij pensioen. De kosten van verzekering (volgnr. 693a)
zijn ongeveer f 44.000,hoger en wel voor premie ziekenford-
senbesluit (638) f 10.000,en voor pensioensbijdragen (641)
f 34 000,meer. Deze hogere uitgaven zijn een gevolg van de
aanstelling in vaste dienst van een groot aantal arbeidscontractanten
en van de hogere premie voor de geneeskundige verzorging,
waarvan echter de helft op het personeel wordt verhaald (volgn. 39).
De personeelsuitgaven voor de brandweer (volgnr. 684) zijn
f 10.000,lager geraamd in verband met de op wachtgeldstelling
van een 3-tal brandwachten. Daardoor zijn echter de uitgaven
voor verzekering, enz. (volgn. 693b) verhoogd wegens toegekende
wachtgelden.
Tenslotte is voor de kosten der straatverlichting f 21.000,—
meer uitgetrokken, omdat het voornemen bestaat de straatverlich' j
ting weer op normaal peil te brengen.
Hoofdstuk IV.
De inkomsten op dit hoofdstuk zijn nagenoeg gelijk gebleven;
er hebben slechts enkele onderlinge wijzigingen in de ramingen
plaats gehad.
De uitgaven zijn echter f 20.000,— hoger, met welk bedrag
ook het nadelig sa'do is gestegen.
De voornaamste stijging vertonen de kosten van de school-
artsendienst, hetgeen wordt veroorzaakt door de voorgenomen