In aanmerking genomen, dat het voor de heer Tigchelaar dus gaat om een noodzakelijke uitbreiding van een bestaand bedrijf, terwijl het voor de heer v. d. Laag wellicht mogelijk is zich elders een geschikt terrein voor de oprichting van zijn fabriek en woonhuis te verschaffen, is o.i. het belang van de heer Tigchelaar ongetwijfeld groter dan van de heer v. d. Laag. Wij merken in dit verband op, dat de heer v. d. Laag in deze wel zeer weinig diligent is geweest, terwijl hij wist, althans had kunnen vermoeden, dat de heer Tigchelaar een ernstige gegadigde was. In 1944 toch zijn zowel tussen de gemeente en de heer v. d. Laag als tussen hem en de heer Tigchelaar herhaaldelijk onderhandelingen gevoerd om te trachten de heer v. d. Laag te bewegen zijn voorkeursrecht t.b.v. de heer Tigchelaar prijs te geven. Niettegenstaande dat heeft de heer v. d. Laag verzuimd van zijn recht tot koop gebruik te maken. Reeds in 1942 1943 was de heer Tigchelaar bij het onder havige perceel geïnteresseerd. Tengevolge van de omstandigheid, dat hij toentertijd in een concentratiekamp vertoefde was hij niet in staat zijn belangen te bepleiten. Was hij hiertoe wel in de gelegenheid geweest, dan zou hem destijds ongetwijfeld als degene, die bij aankoop het meeste belang had, recht van voorkeur en later recht van koop zijn verleend. Wij menen met het voorafgaande voldoende te hebben aange toond, dat er alle aanleiding bestaat het perceel aan de heer Tigchelaar te verkopen. De prijs ware te stellen op f 7,— per m2, dezelfde prijs, welke in het kooprechtcontract van de heer v. d. Laag is genoemd, waarmede de belanghebbende zich accoord heeft verklaard, terwijl voorts de gebruikelijke algemene voorwaarden voor verkoop van> gronden door de gemeente van toepassing zullen zijn. Onder aantekening, dat ook de Bouwcommissie zich met deze prijs en voorwaarden kan verenigen, stellen wij U voor dienover eenkomstig het onderwerpelijke' perceel aan de heer Tigchelaar te verkopen. Een hiertoe strekkend ontwerp-besluit is bij de stukken in de leeskamer ter inzage gelegd. Burgemeester en Wethouders van Breda; STRUYCKEN, loco-burgemeester. VAN WOENSEL, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 556