No 269 BIJLAGEN 1947. VOORSTEL van B. en W. tot vaststelling der bedragen als be doeld in art, 103 sub 2 der l.o,- wet over het jaar 1946, 4 December 1947, No. V/17878. Aan de Raad der gemeente Breda. Ingevolge het bepaalde in artikel 103, sub 2, der Lager Onder wijswet 1920, dient door U te worden vastgesteld: 1. het bedrag der vergoeding, waarop de besturen der bijzon dere lagere scholen over het jaar 1946 aanspraak hebben en 2. het bedrag der voor vergoeding in aanmerking komende uitgaven. Het bedrag sub 1 is het bedrag per leerling, bedoeld in artikel 55 bis der Lager Onderwijswet 1920, vermenigdvuldigd met het gemiddeld aantal leerlingen, krachtens artikel 28 der wet, over 1946. Het bedrag bedoeld in art. 55 bis is ingevolge het tweede lid van dit wetsartikel bepaald op: f 9,25 voor het g.l.o., f 11,75 voor het v.g.l.o. en f 15,— voor het u.l.o. en voor de ingebruik- gegeven scholen of lokalen f 8,05 voor het g.l.o. en f 12,50 voor het u.l.o.. Voor het jaar 1946 dient ook rekening te worden ge houden met het over de eerste 5-jaarlijkse periode (1938 t/'m 1942) vastgestelde „overschrijdingsbedrag", als bedoeld in artikel 55 ter sub 2, 3e. der L.O. wet: dit is het bedrag, dat over genoemde periode voor het openbaar lager onderwijs per leerling werkelijk meer is uitgegeven dan oorspronkelijk geraamd was en welk be drag bij besluit van 31 Augustus 1943 is bepaald op f 1,68 voor het openbaar g.l.o. en op f 15,06 voor het openbaar u.l.o.. In gevolge het bepaalde in artikel 101 sub 4 der L.O. wet dient met dit overschrijdingsbedrag de vergoeding per leerling over ïJiet jaar 1946 té worden verhoogd. Met de besturen der bijzon dere scholen uit de bij de annexatie per 1 Januari 1942 betrokken gemeenten is ten aanzien van de exploitatievergoedingen een af zonderlijke regeling getroffen, aangezien de geannexeerde scholen in de 5-jaarlijkse periode 1938 t/m 1942 slechts éën jaar tot de gemeente Breda hebben behoord en dus niet met de Bredase scholen op één lijn konden worden gesteld. Bovendien ontbraken in de geannexeerde gemeenten óf openbare lagere- óf openbare u.l.o. scholen. Voor bedoelde scholen is dan ook een afwijkend „overschrijdingsbedrag" vastgesteld. Een voorschot op deze gemeentelijke vergoeding, berekend naar het gemiddelde aantal leerlingen over 1945, hebben de verschil lende schoolbesturen reeds ontvangen, zodat een verrekening

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 577