2
Tegen een renteverlaging van 21/2 per jaar met ingang van
1 December 1947 heeft de geldgeefster geen bezwaar. In de overeen'
komst is geen boetebepaling bij vervroegde aflossing opgenomen.
Aangezien de voorwaarden in verband met de renteverlagingen
niet verzwaard zijn, stellen wij Uw College voor te besluiten tot
genoemde wijzigingen over te gaan de ontwerp-besluiten worden
hierbij overgelegd
Burgemeester en Wethouders van Breda;
CLAUDIUS PRINSEN, burgemeeste^
VAN WOENSEL, secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.