i BIJLAGEN 1947. No. 277 bewoners zo kening dat de vij de eer Uw e bij raadsbe- rde woningen nd, andermaal jen. leeskamer voor ïrs van Breda, burgemeester, aris. 8 December 1947 No. 1/17049 VOORSTEL tot het vaststellen van het presentiegeld voor het bij wonen der vergaderingen van de Commissie ex art. 8 Woon- ruimtewet 1947. Aan dei Raad der gftmeente Breda. éij Uw besluit van 12 November stelde U om advies in onze ^Handen het verzoekschrift van de door U in Uwe vergadering van 17 September 1947 samengestelde Commissie, bedoeld in artikel 8 der Woonruimtewet 1947, Stbl. nr. 291, waarin deze verzocht een presentiegeld voor het bijwonen der vergaderingen te willen vaststellen en waarin zij mededeelt, dat de Commissie daarvoor een bedrag van f 15,— per lid en per 'vergadering redelijk acht. In de periode van 16 October tot 6 December 1947 zijn 47 ontwerp-vorderingen om advies aan de Commissie voorgelegd. Zij pleegt daartoe wekelijks een middag te vergaderen. Voorals nog verwachten wij niet, dat de Commissie minder adviezen zal hebben uit te brengen. Het verzoek van de Commissie lijkt ons volkomen verantwoord. De leden worden regelmatig en voor een aanmerkelijk deel van hun tijd opgeroepen om een taak te vervullen. Een redelijke tegemoetkoming komt hun daarvoor toe. Het feit, dat zij een functie in het algemeen belang uitoefenen is o.i. geen reden om Het af te wijzen, temeer niet omdat van hen een grondige afweging Ier belangen en een grote objectiviteit wordt vereist. Ten aanzien van de hoogte van het bedrag, als presentiegeld vast te stellen, zijn wij van mening, dat hier de voor bijwonen van de raadsvergaderingen op f 6,en voor het bijwonen van vergaderingen der raadscommissies op f 3,.vastgestelde vergoe dingen als normen zijn te hanteren. Gelet op de vele bijeenkomsten? welke de Adviescommissie zal moeten houden, waardoor de leden op een meer dan voor andere openbare functies vereiste wijze uit hun bezigheden worden geroe pen, achten wij een presentiegeld van f6,— per lid per verga dering verantwoord, waarbij wij opmerken, dat uit de mededelingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1947 | | pagina 593