Arnhem Nijmegen 3 3, 4 en 6 Leiden Zwolle Alkmaar 3 en 7 4 4 Wat zijn de gevolgen van een indeling in een hogere klasse? In de eerste plaats wordt de belasting voor de belastingplich tigen lager, omdat de aftrek van de grondslaghuurwaarde f 25,— hoger word.t. Het belastbare bedrag wordt dus eenzelfde bedrag lager. Zo is de aftrek voor Breda in de 5e klasse f 145,en in de 4e klasse f 170,—. De belasting wordt daardoor voor iedere aanslag f 2,50 f 5,— (200 opcenten) f 7,50 lager, terwijl de grens waarbij geen belasting verschuldigd is wordt verhoogd van een huurwaarde van f 150,tot die van f 175, Voor de andere klassen (6, 7 en 8) ligt deze laatste grens lager, doch wordt bij verhoging van de klasse voor iedere aanslag eenzelfde voordeel van f 7,50 verkregen. De opbrengst van de belasting (en van de opcenten) wordt dus bij een hogere indeling lager. De opbrengst van de hoofdsom der personele belasting komt ten bate van het gemeentefonds, terwijl de opbrengst van 150 opcenten rechtstreeks ten goede van de gemeente en die van 50 opcenten ten goede van de provincie komen. De verordening, regelende de classificatie, wordt eerst van kracht met ingang van het belastingjaar, dat aanvangt, nadat sedert haar vaststelling 4 maanden zijn verlopen. Het belastingjaar voor dê personele belasting loopt van 1 Juni 31 Mei d.a.v., zodat vóór 1 Februari 1948 door Uw Raad een besluit tot her classificatie moet zijn genomen. Op grond van het vorenstaande hebben wij de eer U voorde stellen tot herclassiflcatie te besluiten, waarbij het gedeelte der 5e klasse en de kom van voormalig Princenhage, die nog in de 6e klasse is ingedeeld, worden gebracht naar de 4e klasse en de overige gedeelten, n.l. de 7e en 8e klasse worden geclassificeerd als 6e en 7e klasse. Hierdoor wordt een indeling verkregen in de 4e, 6e en 7e klasse. Een ontwerp-verordening, waarin met het vorenstaande is rekening gehouden, gaat ter vaststelling hierbij. Tevens wordt hierbij ter verduidelijking overgelegd een exemplaar van de huidige verordening, waarin met rode inkt de voorgestelde wijzigingen zijn aangebracht. Burgemeester en Wethouders van Breda; CLAUDIUS PRINSEN, burgemeester. VAN WOENSEL, secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 10