No 60
BIJLAGEN 1948.
PRzE-ADVIES op een verzoek van
de R. K. Bouwvereniging (v.m.
Ginneken) tot toekenning van
voorschotten en bijdragen voor
de bouw van 12 woningen
volgens het Bouwplan 1947.
10 Februari 1948.
No. V, 1408.
Aan de Raad der gemeente Breda.
In bijgevoegd schrijven verzoekt -het Bestuur van de R. K.
Bouwvereniging (voorm. Ginneken) tot toekenning van bouw- en
grondvoorschotten voor de bouw van 25 woningen in het kader
van het „Bouwplan 1947".
Bij nadere bespreking met voornoemd Bestuur is vastgesteld
dat de vereniging voornemens is te bouwen 12 arbeiderswoningen
op het terrein nabij de Overakkerstraat, waarop reeds 10 woningen
voor grote gezinnen zijn gebouwd. Dit bouwterrein is bij Uw
besluit van 4 Maart 1947 aan de bouwvereniging verkocht.
De stichting der woningen zal geschieden met toepassing van
de financiële mogelijkheden, welke de Woningwet biedt. Artikel 52
van deze wet bepaalt o.m., dat bij besluit van de gemeenteraad
aan verenigingen ter tegemoetkoming in de ten behoeve van de
volkshuisvesting aan te wenden kosten voorschotten en bijdragen
kunnen worden verleend, terwijl artikel 56 bepaalt, dat aan de
gemeente gelijke voorschotten en bijdragen ter betaling van rente
en aflossing der voorschotten kunnen worden toegekend.
In de practijk komt dit hier op neer, dat de gemeente de
voorschotten voor grond- en bouwkosten van het Rijk ontvangt
en doorbetaalt aan de bouwvereniging, terwijl het Rijk jaarlijks
het exploitatietekort geheel of gedeeltelijk ter beschikking van de
gemeente stelt, welke deze bijdrage zo nodig tot 100 suppleert.
Een onlangs in het Woningbesluit aangebrachte wijziging heeft
op dit punt een en ander veranderd, toch zijn de consequenties
daartegen nog niet geheel te overzien.
Wij mogen U in overweging geven op het onderhavige verzoek
een gunstige beslissing te willen nemen en te dien einde overeen
komstig het bijgaande concept te willen besluiten.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
CLAUDIUS PRINSEN, burgemeester.
VAN WOENSEL, secretaris.