No. 67 VOORSTEL tot verbetering van de BIJLAGEN 1948. 5 Maa'rt 1948. Moerdijkse Postbaan. No. 1/3079. Aan de Raad der gemeente Breda. Op 18 April 1947 werd tussen de gemeente Etten c.a. en deze gemeente een onderhandse overeenkomst gesloten betreffende het onderhoud der op de gemeenschappelijke gemeentegrens gelegen kunstwerken. Deze overeenkomst heeft betrekking op de Moerdijkse Postbaan, gelegen op de grens tussen de gemeente Breda en Etten c.a. (weg 42 van de wijzigingslegger Breda 1947) lopende van de Leursebaan nabij de Noordwestelijke hoek van perceel kadastraal bekend ge meente Princenhage, sectie E 721, in algemeen Zuidelijke richting tot de Zuidwestelijke hoek van perceel, kadastraal bekend ge meente Princenhage, sectie M 1089. Het onderhoud en de eventuele gehele of gedeeltelijke verharding van de weg wordt krachtens bedoelde overeenkomst door de ge meente Breda uitgevoerd met dien verstande, dat de plannen voor gehele of gedeeltelijke verharding in overleg tussen partijen wor den opgemaakt (art. 2 der overeenkomst). In de kosten van het onderhoud en gehele of gedeeltelijke ver nieuwing wordt door de gemeente Etten c.a. bijgedragen voor de helft (art. 3 der overeenkomst). In verband met de desolate toestand, waarin de onderwerpelijke landweg verkeert, werd door de gemeente Etten reeds vóór het totstandkomen van de overeenkomst een aanvrage om subsidie bij de Rijksdienst voor de Uitvoering van Werken (D.U.W.inge diend voor een door de Nederlandse Heide Maatschappij opgesteld plan tot verbetering. De subsidie-toezegging zal worden gesteld ten name van het Gemeentebestuur van Etten c.a., doch verzocht zal worden deze ten name van de gemeente Breda te stellen, zulks in verband met de bepalingen van de intussen gesloten overeenkomst. Blijkens de door de Nederlandse Heide Maatschappij opge maakte begroting wordt de post „arbeidslonen" geraamd op 4100.— en de post „andere kosten" op 1188,20. De begroting is gebaseerd op een uurloon van 0,40. Op dit loon wordt thans een toeslag van 60 gegeven, zodat de werke lijke loonkosten zullen bedragen 6560,en de „andere kosten" 1900,—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 137