BIJLAGEN 1948.
No. 72
PRAE-ADVIES op .een verzoek van
de heer P. van Leijsen te Oosterhout,
om uitbetaling van een obligatie,
welke is uitgeloot, maar waarvan de
mantel in het ongerede is geraakt.
27 Februari 19b8.
No. V/3330.
Aan de Raad der gemeente Breda.
De Amsterdamsche Bank N.V. te Amsterdam deelt ons namens
de heer P. van Leysen, Vrachelsestraat 87 te Oosterhout mede, dat
van zijn obligatie ad 1.000.3% gemeente Breda 1859
No. 341/464 de mantel in het ongerede is geraakt.
Aangezien deze obligatie uitgeloot is, verzoekt de betrokkene
goed te keuren, dat betaling uitsluitend tegen intrekking van het
couponblad plaats vindt.
De houder van het couponblad, behorende tot de in het ongerede
geraakte obligatie, kan als vermoedelijke eigenaar en derhalve als
vermoedelijke crediteur der gemeente worden aangemerkt m.a.w.
het bezit van het couponblad schept een rechtsvermoeden van
eigendom.
Tegen uitbetaling van de Obligatie behoeft dus in het'algemeen
geen bezwaar te bestaan, mits de gemeente zich op een of andere
wijze kan vrijwaren tegen geldelijk nadeel, indien gedurende de
periode nodig voor verjaring (30 jaren) de werkelijke houder en
derhalve eigenaar der obligatie zou opkomen.
Aan die voorwaarde wordt voldaan indien, zoals de Amsterdam
sche Bank N.V. aanbiedt, een zakelijk onderpand wordt gegeven
waarvan de reële waarde minstens gelijk is aan het nominale bedrag
der uitgelote obligatie.
Op grond van het bovenstaande hebben wij de eer U voor te
stellen het verzoek van de heer van Leijsen in te willigen onder
de voorwaarden opgenomen in de hierbij gevoegde ontwerp-over-
eenkomst.x)
Burgemeester en Wethouders van Breda:
CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.