Zoals te verwachten was, zijn reacties niet uitgebleven. Dezê
kwamen zowel van de belanghebbenden, die zich in haar bestaan
bedreigd achtten, alsook van gemeentelijke zijde.
Aan deze bezwaren is de Minister voor een aanzienlijk deel
tegemoet gekomen. Voor bioscoopvoorstellingen wordt een percen
tage van 45 door hem verantwoord geacht, met de mogelijkheid dit
percentage tot 35 te verlagen, indien naast andere films Nederlands
journaal en/of films, als bedoeld in art. 1 lid 2 onder 2e der Bios
coopwet, worden vertoond tot een gezamenlijke lengte van ten
minste 500 meter.
In Uwe vorige vergadering besloot U reeds tot een wijziging der
verordening in deze geest.
Ten aanzien van de overige vermakelijkheden deelt de Minister
nader mede, dat, naar hem van verschillende zijden is opgemerkt,
het in de praktijk uiterst moeilijk zal zijn een juiste scheiding te
maken tussen de groepen, waarvoor in zijn circulaire van 19 No
vember 1947 een percentage van 20 en die, waarvoor een percen
tage van 50 is genoemd en dat bovendien de onderscheiding, zoals
door hem globaal is aangegeven, niet in alle gevallen redelijk is.
De grens tussen concerten, toneeluitvoeringen e.d. enerzijds en
revue's, operette's e.d. anderzijds, is zeer moeilijk te trekken. Voorts
-- zo deelt de Minister mede is gewezen op de zware lasten,
welke op reizende gezelschappen en inrichtingen drukken en die
het onmogelijk maken, dat de exploitanten zelf de belasting dragen,
terwijl verhoging der entree-prijzen niet dan ten koste van ver
mindering van het bezoek mogelijk is. Hoewel de hier genoemde
bezwaren zeker niet gelden voor alle soorten van vermaak en alle
inrichtingen, welke in de 50 groep zouden vallen, menen de
Ministers van Financiën en van Binnenlandse Zaken, dat voor
zichtigheid geboden is. In het bijzonder denken zij hierbij aan het
geen men pleegt te noemen de levende kunst. Het zou echter naar
hun mening niet juist zijn, het percentage van 50 geheel los te
laten.
Het zal volgens de Minister van Binnenlandse Zaken zo
moeten zijn, dat, om tot logisch opgebouwde en redelijk verant
woorde tarieven te komen, sommige vermakelijkheden onder de
20 groep worden gebracht, andere worden gelijkgesteld met bios
coopvoorstellingen en weer andere op 50 worden gesteld.
Bij de ontwerpen-verordening geven wij U de navolgende toe
lichting.
Ten aanzien van de bioscoopvoorstellingen wensen wij aan te
houden de percentages 45 en 35, volgens de onderscheiding door
de Minister genoemd.
Echter wensen wij niet hoger dan 20 te belasten de bioscoop
voorstellingen: