De 12 arbeiderswoningen werden tot stand gebracht voor een geringer bedrag dan f 25.000,— en voor het verschil werd f 5600,3 Grootboekinschrijving gekocht, welke jaarlijks een opbrengst geeft van f 168, deze opbrengst wordt gebruikt voor onderhoud der woningen. De bedoelingen van de erflater worden dus nog regelmatig nagekomen wat betreft de hierbovengenoemde punten 2 en 3. Wat punt 1 aangaat wordt formeel de bedoeling ook nagekomen, immers het bedrag van de rente ad f 9.837,wordt jaarlijks in inkomst op hoofdstuk VIII 15 (Nijverheidsonderwijs) verant woord, maar materieel naar onze mening geenszins. Wat is namelijk het geval? De bedoeling van Dr. van Coóth was duidelijk om in Breda goed ambachtsonderwijs mogelijk te maken, waartoe de gemeente zonder belangrijke financiële hulp niet in staat zou zijn. De toestand is sedert 1880 belangrijk gewijzigd. Als vaststaande mag worden aangenomen, dat Breda heden wel een ambachts school zou bezitten, ook als nimmer een legaat daarvoor beschik baar was gesteld. Het Rijk draagt thans 70 der kosten en de bovenbedoelde rente-opbrengst strekt slechts tot vermindering van het gemeentelijk aandeel in de kosten. Wij menen dan ook, dat het overeenkomstig de bedoeling van de erflater zou zijn, indien een bedrag ongeveer gelijk aan de renteopbrengst voortaan aangewend werd tot dekking van die uitgaven, welke verbetering van het ambachtsonderwijs in deze gemeente beogen en zonder deze gelden niet tot stand zou komen. Om hiertoe te geraken achten wij het wenselijk dat jaarlijks een bedrag ongeveer gelijk aan de renteopbrengst naar de kapi- taaldienst wordt overgebracht en dat Uw Raad ons College machtigt voor bovengenoemde doeleinden uitgaven uit dit fonds te doen. De bedoeling van het op de kapitaaldienst brengen van dit fonds is om te voorkomen, dat een in een bepaald jaar even tueel niet gebruikt gedeelte in de gewone dienst der gemeente verdwijnt. Wij nodigen U uit zich met bovenstaande te verenigen en bijgaande begrotingswijziging 1948 vast te stellen. Burgemeester en Wethouders van Breda; CLAUDIUS PRINSEN, burgemeester. VAN WOENSEL. secretaris.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 18