theekbanken en andere geldgevers op dit terrein, moet worden voorzien wat Breda betreft door het oprichten van een gemeentelijke hypotheekbank, welke voor woningen, die met toepassing der Financieringsregeling Woningbouw 1947 worden gebouwd, tot maximaal 70 der stichtingskosten gelden onder le hypothecair verband zal verstrekken. Zoals in de bij dit voor stel behorende stukken tot uitdrukking is gebracht zal daarbij vooral de bedoeling voor moeten zitten het bouwen te stimuleren door particulieren, die zelf hun woning na gereedkomen zullen gaan bewonen. Behalve dat op deze wijze spaargelden kunnen worden geleid in de woningbouw, achten wij de economische en sociale voordelen aan de eigen woning verbonden, van zeer groot belang. Voorts is gedacht aan het stimuleren van woningbouw door ondernemingen, welke voor haar personeel behoefte aan woningen gevoelen. In de medewerking der gemeente wat de financiering betreft menen wij evenwel voor deze categorie niet zover te kunnen gaan als bij het bouwen van een woning door een particulier voor eigen-bewoningde geldlening onder verband van le hypotheek worde daarom in dit geval beperkt tot hoogstens 50 der stichtingskosten. Enige grote industrien gaven reeds blijk van belangstelling voor een dergelijke samen werking. Het verstrekken van geldleningen aan bouwexploitanten, waar onder te verstaan bouwers van woningen, welke de bedoeling hebben de woningen na gereedkomen te verkopen, ligt niet in de bedoeling. Wegens het veelal speculatieve element, dat hierbij een rol speelt, menen wij dat de gemeente te dezen aanzien niet tot mederisicodraagster mag worden gemaakt. De particulier, die voor zelfbewoning een der nieuw-gebouwde woning wil afnemen, za echter op de steun der gemeente kunnen rekenen. Op deze wijze kan ook het bouwen door bouwexploitanten gestimuleerd worden. Tevens kunnen over de gemeentelijke hypotheekbank lopen de 2e hypotheken, als bovenbedoeld, alsmede de reeds verstrekte opbouw-hypotheken. Een particulier, zelfbewoner, kan derhalve ontvangen een le hypotheek van maximaal 70 een 2e hypotheek van maxi maal 15 dus maximaal 85 zodat hij uit eigen middelen nodig heeft minstens 15 voor een woning van f 18.000, ^tekent dit een bedrag van ongeveer f 3.000,—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 197