Vervolgens kan het grondoppervlak van het bedieningshuisje
worden vergroot, waardoor behalve voor de brugwachter ook voor
de havenmeester ruimte beschikbaar komt om op eenvoudige wijze
kantoor te houden. Hieraan bestaat reeds lang behoefte.
De breedte van de rijweg op de Markkade tussen Gas- en Tram-
brug moet tengevolge van die asverschuiving worden teruggebracht
van 19 op 18 M., doch zulks geeft bij het zeer ruime wegprofiel ter
plaatse geen bezwaar. Ook moet het remmingswerk aan de zuid
westzijde van de ontworpen brug in verband met de daar aan
wezige gas- en waterleidingzinkers iets worden ingekort. De scheep
vaart zal hiervan naar onze mening evenwel geen bezwaar onder
vinden.
Behoudens onvoorziene stagnatie wordt verwacht, dat de onder
bouw ongeveer 15 maanden na de aanbesteding gereed zal zijn. De
levertijd van de materialen voor de bovenbouw wordt echter geschat
op 1 y2 jaar na de aanbesteding. In verband hiermede wordt het
wenselijk geoordeeld de bovenbouw ongeveer 3 maanden eerder aar.
te besteden dan de onderbouw.
Ons overleg met de Bouwcommissie heeft ertoe geleid, dat voor
de onderbouw de vorm van openbare aanbesteding zal worden ge
kozen, terwijl voor de bovenbouw aan de laagste inschrijfster bij
de aanbesteding in 1941, t.w. de N.V. Machinefabriek „Breda'
v/h Backer Rueb, alhier, een gemotiveerde en zoveel mogelijk
gespecificeerde prijs-opgave zal worden gevraagd. Dit laatste kan
derhalve reeds aanstonds geschieden nog vóórdat de aanbesteding
van de onderbouw aan de orde is.
De financiering van de doorbraak en de daarmede verband hou
dende werken is tot nu toe geschied met credieten uit het Werk
fonds. Evenwel is het destijds toegestane totaalcrediet ad
940.000.in zoverre verbruikt, dat daarvan nog slechts
114.000.beschikbaar is.
Inmiddels is vanwege de Rijksdienst Uitvoering Werken
(D.U.W.) welke met de liquidatie van het Werkfonds is belast,
te kennen gegeven, dat geen credieten meer beschikbaar zullen wor
den gesteld voor die werken, welke op het ogenblik nog niet in uit-
voring zijn genomen. Op grond daarvan zou ook de gedeeltelijke
financiering van de Gasbrug niet meer met gelden uit het Werk
fonds kunnen geschieden.
In ons overleg met de D.U.W. hebben wij evenwel betoogd dat
dit standpunt t.a.v. de Gasbrug niet kan worden volgehouden, aan
gezien toch in 1941 reeds een aanbesteding voor de bouw van die
brug is gehouden en dat de bouw uitsluitend als gevolg van de
oorlogsomstandigheden geen doorgang kon vinden. Bovendien is
dit werk een integrerend deel van de doorbraak, welke als een af
gerond plan moet worden gezien.