No. 126 VOORSTEL tot reorganisatie van
BIJLAGEN 1948.
29 April 1948. Burgerlijk Armbestuur en de
No I'6677 gemeentelijke dienst voor Maat
schappelijk Hulpbetoon.
Aan de Raad der gemeente Breda.
Vanuit Uw college werd ons enige malen verzocht een reor
ganisatie van het Burgerlijk Armbestuur en de Gemeentelijke
dienst voor Maatschappelijk Hulpbetoon te overwegen. Het
meest uitvoerig werd daarover gesproken in Uw vergadering van
10 December 1946 (notulen pagina's 443 en volgende).
Na ons over de organisatie in enige andere steden te hebben
georiënteerd de gegevens hierover liggen voor U in de lees
kamer ter inzage zijn wij van oordeel, dat op de handhaving
van een zelfstandig instituut, dat zich geheel en uitsluitend de
leniging der noden ten doel stelt, zoals het Burgerlijk Armbestuur
in feite doet vanwege haar zeer bijzondere aard prijs moet worden
gesteld. Het terrein der werkzaamheid onderscheidt zich zozeer
van dat der andere gemeentelijke takken, dat het tenzij bijzon
dere omstandigheden een andere oplossing wenselijk doen zijn,
en deze zijn naar onze mening niet aanwezig aanbeveling
verdient deze taak door een zelfstandig lichaam te laten uitvoeren.
Bovendien is het hier nog meer dan bij andere onderwerpen,
welke de Overheid ter behartiging zijn toevertrouwd, van belang,
de belangstelling en werkzaamheid der ingezetenen te wekken.
In hetgeen als Burgerlijk Armbestuur bekend staat is deze moge
lijkheid aanwezig.
Ook kunnen wij niet van oordeel zijn, dat aan Uwe Raad in
feite een te geringe invloed op het beleid van het Burgerlijk
Armbestuur toekomt. De verkiezing van de leden van dit bestuur
wordt immers regelmatie op Uw agenda geplaatst, terwijl een
van de leden van ons college als voorzitter van het Burgerlijk
Armbestuur fungeert.
Daarentegen menen wij U wel in overweging te moeten geven
de naam van het Burgerlijk Armbestuur te wijzigen in„Commissie
van Maatschappelijke Bijstand" en de gemeentelijke dienst voor