der 2e klasse worden overschreden. Bij een aanhangige herziening van het Rijksbezoldigingsbesluit zou ook de indeling der gemeente opnieuw worden bezien, doch daarop mocht niet worden vooruit gelopen. Ons College trad daarna in correspondentie met Gedeputeerde Staten, teneinde te verkrijgen, dat de gemeente Breda voor de regeling van de lonen van haar werklieden zou worden aange merkt als een le klasse-gemeente, evenals t.b.v. regeling van de werklieden-lonen in verschillende gemeenten, gelegen in de mijn streek, in het gebied van de hoogovenindustrie en elders was geschied. Nadien werd verzocht te bevorderen dat de gemeente Breda in het algemeen onder de le klasse-gemeenten zou worden gerangschikt. Dit laatste verzoek had de instemming en steun van Gedeputeerde Staten. Beide verzoeken werden echter door de Minister van Binnen landse Z&ken afgewezen, omdat naar zijn oordeel daar door het vraagstuk der classificatie op losse schroeven zou komen te staan en hangende de bestudering daarvan een nietgewenst precedent zou worden geschapen. Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant berichtten ons bij brief van 29 October 1947 het navolgende inzake de loonregelins voor de werklieden der gemeente Breda. „De Minister van Binnenlandse Zaken heeft ons mededeling gedaanjjvan bepaalde voorzieningen, die ten aanzien van gemeente werklieden zullen kunnen worden getroffen in gemeenten, waar de toepassing van het Koninklijk Besluit G. 362 voor de werk lieden niet tot een enigszins betekenende salarisverhoging geleic heeft. Dit laatste is, zoals uit de briefwisseling over die toepassing is gebleken, in Uw gemeente het geval. Noodzakelijke voorwaarde voor het treffen van bedoelde voor zieningen is het per 1 Juli 1947 invoeren van een salarisregelinj die geheel gelijk is aan de nieuwe rijksloonregeling ener 2e klasse gemeente, die per gelijke datum is ingevoerd. Bij de vaststelling dier salarisregeling zullen dan, doch uitsluitend voor het op 30 Juni 1947 in dienst zijnde personeel, in een over gangsbepaling de volgende tijdelijke toelagen kunnen worden toegekend

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 290