No. 199
BIJLAGEN 1948,
VOORSTEL van B. en W. tot vast
stelling van een raadsbesluit
inzake toekenning van een gra
tificatie van 2 *en behoeve
van het gemeentepersoneel.
24 Augustus 1948
VI/10716a
Aan de Raad der gemeente Breda.
Naar aanleiding van het Raadsbesluit d.d. 15 October 1947,
houdende toekenning van een gratificatie aan het gemeente-per
soneel over 1947 en gezien de beschikking van 19 April 1948,
Ster. No. 79, van het College van Rijksbemiddelaars, bij welke
beschikking zonder voorafgaande afzonderlijke toestemming van
dit College aan werknemers in particuliere dienst gedurende het
jaar 1948 een extra-uitkering kan worden verleend tot een bedrag
van ten hoogste 2 van het jaarloon van de betrokken werk
nemer, heeft ons College in de vergadering van 3 Augustus j.l.
besloten, met analoge toepassing van gemeld raadsbesluit, aan het
gemeente-personeel bij voorschot over 1948 uit te keren een
gratificatie ten bedrage van 2 van de bezoldiging of het loon,
berekend over het gehele jaar met een maximum van f 50,
Blijkens het Koninklijk Besluit van 3 Augustus 1948, S. No. I.
352, is over 1948 aan een deel van het rijkspersoneel wederom
eenzelfde gratificatie als over het jaar 1947 toegekend.
In verband hiermede stellen wij U voor gemeld Koninklijk
Besluit, behoudens het bepaalde in artikel 1, sub a en b van
overeenkomstige toepassing te verklaren voor het personeel in
dienst van de gemeente Breda.
Een concept-raadsbesluit en gemeld Koninklijk Besluit liggen
°P de leeskamer ter inzage.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
H. J. v. HOUTEN, loco-Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.