Het hier bedoelde schooltype is nog niet officieel erkend en maakt als zodanig dan ook geen aanspraak op subsidie uit 's rijkskas. De door de stichting in haar bijgaand adres*) gevraagde finan ciële steun, achten wij van de zijde der gemeente echter verant woord. Het avondlyceum heeft, sedert zijn oprichting, getoond in een behoefte te voorzien terwijl, doordat thans opleiding en instandhouding onder beheer en toezicht ener stichting zijn gebracht, waarborgen zijn geschapen, dat ten aanzien der opleiding ordenend wordt opgetreden en vruchtdragend onderwijs mag worden ver wacht. In aanmerking nemend, dat het avondlyceum nog in opbouw is, komt het ons raadzaam voor voorlopig van jaar tot jaar een subsidie te verlenen, aanpassend aan de behoefte. Blijkens het in evenbedoeld adres opgenomen exploitatieoverzicht over het studiejaar 1947/48, bedraagt het tekort voor dat studie jaar f 5227,54. Daarbij is uitgegaan van een leraren-honorarium van f 6,50 per lesuur. Wij achten evenwel een dergelijke hono rering, in vergelijking met die aan soortgelijke onderwijsinstituten, wel wat aan de hoge kant en menen, dat bij de berekening der subsidie met een honorering van f5,— per lesuur ware te volstaan. Het tekort zou daardoor teruggebracht worden tot rond f 2600,—. Het komt ons voorts niet gewenst voor, dat de gemeente het gehele tekort voor haar rekening neemt, o.m. om de stichting niet de prikkel te ontnemen tot opvoering van haar inkomsten langs andere weg, waarbij wij b.v. denken aan steun uit kringen van het bedrijfsleven, die geacht kunnen worden bij de oprichting van het avondlyceum belang te hebben. Tevens lijkt het ons redelijk, dat voor leerlingen uit buitengemeenten, door die gemeenten gesubsidieerd worden. De cursus 1947/48 telde 40 leerlingen, waarvan 3 leerlingen uit buitengemeenten. Op grond van vorenstaande hebben wij de eer U voor te stellen het bestuur van het avondlyceum voor het cursusjaar 1947/18 een subsidie te verlenen tot een bedrag van 75 van ^et exploitatie-tekort per leerling van Breda en tot een maximum van f 2.000,— onder beding, dat voor het leraren-honorarium niet meer zal worden vergoed dan max. f5,per lesuur. Een ontwerp-besluit tot wijziging der begroting gelieve U hierbij tevens ter vaststelling aan te treffen.*) Burgemeester en Wethouders van Breda CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 432