Het Rijk zal voorlopig de helft van bedoelde 50 °/o bijdragen
zodat de gemeente kan volstaan met een subsidie ten bedrage
van de resterende 25
Bij een ingesteld onderzoek is gebleken, dat in het jaar 1947
werkzaam zijn geweest 3 gezinsverzorgsters, gedurende respectie
velijk 240'/s' 741/2 en 165Y3 dagen. Zij genoten aan salaris en
emolumenten over een vol jaar berekend, respectievelijk f 1096,50,
f 1310,— en f 900,-.
In de bovengenoemde circulaire is een tabel opgenomen, waarin
de salariskosten per dag zijn uitgedrukt, en waarin dan tevens
de sociale lasten en de f 100,vergoeding voor de leiding zijn
verdisconteerd.
Over 1947 zou aan de hand van bedoelde tabel berekend, het
subsidie kunnen bedragen:
Wij mogen U voorstellen alsnog een subsidie over 1947 tot
dat bedrag toe te kennen. Betaling van dit subsidie op de dienst
1947 kan uiteraard niet meer plaats vinden, zodat dit ten laste
van de post „achterstallige uitgaven" van de dienst 1948 zal
worden gebracht.
Momenteel zijn 2 gezinsverzorgsters in functie. Bij deze bezet
ting kan aan de hand van de meergenoemde circulaire en de
daarin voorkomende tabel het subsidie eveneens ongeveer f 600,—
bedragen. De definitieve bepaling van het subsidiebedrag kan
uiteraard eerst plaats vinden nadat door de Commissie na afloop
van het jaar de rekening en verantwoording is ingediend. Derhalve
hebben wij de eer U voor te stellen voor 1948 en volgende
jaren een subsidie met inachtneming van de richtlijnen volgens
de circulaire van de Minister van Sociale Zaken van 22 Juni
1948 te verlenen en daarvoor overeenkomstig de bijgevoegde
ontwerp-begrotingswijziging 1948*) een crediet van f 600,— toe
te staan.
25 0/o van 240.5 X f 4.60
25 74.5 X 5.35
25 165.5 X 3.80
f 276,58
99,64
157,23
Totaal
f 533,45
Burgemeester en Wethouders van Breda
STRUYCKEN, loco-Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.
Ligt ter visie in de Leeskamer.