- 2 - geboortedata der leerlingen zijn, aan de hand van het bevolkings register, gecontroleerd en accoord bevonden. Op de lijsten komt een 10-tal leerlingen voor dat momenteel reeds een gelijksoortige bijzondere school bezoekt. Deze leerlingen mogen, ingevolge artikel 73 sub 4 der wet, onder het aantal leerlingen onder 1 bedoeld, slechts worden meegerekend in ge vallen, waarin aanzienlijke toeneming der bevolking in enig deel der gemeente of andere gewichtige omstandigheden tot school stichting aanleiding geven. Zowel van het een (toeneming bevolking, nieuwbouw) als van het ander (overbevolkte scholen in de onmiddellijke omgeving der nieuwe parochie) is o.i. hier sprake, zodat art. 73 sub. 4 voor het onderhavige geval kan worden geacht toepasselijk te zijn. Van de „ouderverklaring" dient te worden afgevoerd het kind H. M. v. Riel, aangezien dit geboren is op 26 Juli 1945 en op het tijdstip van vermoedelijke opening der school, 1 September 1949, de leerplichtige leeftijd nog niet heeft bereikt. Er resten derhalve 109 leerlingen, die voor de schoolstichting in aanmerking kunnen worden gebracht, waarmede aan de sub 1 gestelde voorwaarde (minimum 100 leerlingen) is voldaan. Daar de aanvrage overigens aan de door de wet gestelde vereisten voldoet en ook de inspecteur van het lager onderwijs, blijkens diens hierbijgaande brief d.d. 7 October j.l.*) tot inwilli ging der aanvrage adviseert, hebben wij de eer U in overweging te geven gunstig op de aanvrage te beschikken. Burgemeester en Wethouders van Breda, STRUYCKEN, loco-Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. Ligt ter visie in de Leeskamer. Li,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 524