De hiervoor bedoelde beperking komt tot uitdrukking in het
tweede lid van artikel 2 der wijzigingswet, hetwelk bepaalt, dat
inlichtingen gevraagd door of vanwege het Rijk, de provinciën,
de gemeenten, de waterschappen, veenschappen en veenpolders of
enig ander openbaar lichaam, alsmede door de vertegenwoordigers
van vreemde mogendheden hier te lande, kosteloos moeten worden
verstrekt. Eveneens geschiedt kosteloos het verstrekken van inlich
tingen, gevraagd door of vanwege kerkgenootschappen en rechts
personen, welke, hoewel geen kerkgenootschap zijnde, geacht kunnen
worden daarmede gelijk te staan, alsmede het verstrekken van inlich
tingen, bestemd voor een wetenschappelijk of philantropisch doel.
Teneinde echter de gemeentebesturen tegen het overmatig vragen
van inlichtingen te beschermen bepaalt het 3e lid van artikel 2
der wijzigingswet, dat met afwijking van het bepaalde in het
voorgaande lid voor inlichtingen, genoemd in de laatste volzin
van het voorgaande lid d.z. de inlichtingen aan de kerkgenoot
schappen enz. en voorts ook voor inlichtingen gevraagd door
de bedrijven van openbare lichamen, gelden kunnen worden geheven
naar een tarief, hetwelk zodanig is ingericht, dat per inlichting ten
hoogste vijf cent en voor een abonnement met een geldigheidsduur
van een jaar voor 100, 500, 1000 en 10.000 inlichtingen per
inlichting afnemende bedragen in rekening worden gebracht.
Wij hebben gemeend de keuze te moeten laten vallen op het
verlaagde tarief. Dit tarief is zo laag, dat het voor hen, die voor
een redelijk gebruik de inlichtingen verlangen, nimmer een beletsel
kan zijn. Het heffen van dit lager tarief zal echter voorkomen,
dat inlichtingen tot een omvang, die buiten elke verhouding staat
tot het doel, waarvoor zij verlangd worden, gevraagd worden.
Dit houdt tevens de consequentie in, dat de bedrijven dezer ge'
meente -namelijk de takken van dienst als bedoeld in artikel
252 der gemeentewet ook aan de betaling van het verlaagde
recht onderhevig zijn, teneinde een juist kostenoverzicht te verkrijgen.
Overigens laat de wet de gemeentebesturen geheel vrij in het
bepalen van de verschillende tarieven. Wij achten het echter niet
gewenst om bij de bepaling van de tarieven hoger te gaan dan
die, welke golden krachtens het vervallen legesbesluit bevolkings
registers. Het thans voorgestelde tarief is geheel overeenkomstig
het vervallen legesbesluit 1943, met dien verstande, dat ook