No 27
BIJLAGEN 1948.
9 Januari 1948
No. V/18626.
VOORSTEL inzake afwikkeling
financiële grenswijzigingsaange
legenheden met de gemeente
Teteringen.
Aan de Raad der gemeente Breda.
Bij de beschikking van de Secretaris-Generaal van het Depar
tement van Binnenlandse Zaken van 23 December 1941 no. 42483
B.B. (Bureau Staats- en Administratief Recht), betreffende wijziging
van de grenzen der gemeenten Breda en Teteringen, opheffing
van de gemeenten Princenhage en Ginneken c.a. en vorming van
de nieuwe gemeenten Beek, N.B. en Nieuw-Ginneken, is geregeld
op welke wijze de rechten, lasten, verplichtingen en bezittingen
van de betrokken gemeenten worden gewijzigd. Verwezen moge
worden naar de artikelen 16, 17 en 21 der bedoelde beschikking,
welke hierbij wordt overgelegd. Onder meer is daarin bepaald
dat, indien de Commissaris der Koningin in de provincie Noord-
Brabant van oordeel is dat wegens bedoelde overgang van rechten,
lasten, verplichtingen en bezittingen een verrekening dient plaats
te hebben, hij het bedrag en de wijze van betalen daarvan bepaalt.
Het is de bedoeling van de Commissaris dat de betrokken
gemeenten zoveel mogelijk door onderling overleg tot oplossing
der vele kwesties, die zich hierbij voordoen, geraken. Ook ten
aanzien van de vraag of de Commissaris een verrekeningsbedrag
dient vast te stellen stelt de Commissaris prijs op een zo
mogelijk gezamenlijk voorstel der gemeenten.
Langdurige onderhandelingen met de gemeente Teteringen heb
ben geleid tot het bijgaande schrijven*) van Burgemeester en Wet
houders van Teteringen d.d. 15 December 1947, no. 822, waarin
vervat is een voorstel voor het bepalen van een verrekenings
bedrag, vast te stellen door de Commissaris der Koningin, met
welk voorstel wij ons kunnen verenigen.
Ten aanzien van de onderdelen riolering en Burgerlijk Arm
bestuur waarvoor een verrekening billijk wordt geacht, tekenen
wij nog het volgende aan:
De restant-leningschuld terzake van de gelegde riolering bedroeg
per 1 Januari 1942 f 58.053,48. Bij de schuldsplitsing, welke
spoedig na de grenswijziging moest worden gemaakt, werd voor
lopig de schuld verdeeld in verhouding tot de lengte van de
riolering welke in elk der gemeenten kwam te liggen. Op grond
daarvan nam Breda een schuldbedrag over van f 10684,38. De
Ligt ter visie in de Leeskamer.