(volgnr. 619, 621) en de bijdragen voor eigen en weduwen- en wezenpensioen (volgnr. 641), door de verhoging van het ver schuldigde percentage van 15,5 0/° tot 16,1 °/0 en de hogere pensioensgrondslagen na incorporatie van alle tijdelijke toelagen. Het verhaal van bijdragen op het gemeentepersoneel (volgnr. 17) is lager geraamd, omdat het percentage bij de laatste wijziging der pensioenwet werd verlaagd van 10 °/0 tot 71/> "ja- Hoofdstuk III. In de eerste plaats valt het op, dat de inkomsten ruim f 363.000,hoger zijn dan in 1948, hetgeen voornamelijk ver oorzaakt wordt door de hoger geraamde rijksbijdrage in de kosten der politie (volgnr. 38). Bij de wijzigingswet noodvoorziening gemeentefinanciën is namelijk tevens bepaald, dat de gemeenten met eigen politie de kosten van het rijk vergoed krijgen. Daar door is het nadelig saldo ook aanmerkelijk lager en wel 327.000,—. Voorts is voor de kosten der straatverlichting f 14.900,.meer geraamd in verband met de uitbreiding der verlichting, waardoor het verbruik en onderhoud hoger worden. Hoofdstuk IV. Door de hogere raming van de inkomsten van de schoolartsen- dienst (volgnr. 66) zijn de inkomsten op dit hoofdstuk ruim f 19.000,hoger. Het nadelig saldo vertoont een verhoging van ruim f 9.000,—, doordat ook de uitgaven hoger moeten worden geraamd. Behalve de stijging der uitgaafposten voor salarissen en kosten van pensionnering werd wegens subsidie aan het Wit-Geie Kruis f 5.000,meer geraamd. Daarnaast is een 2-tal subsidies dat tevoren geraamd was op hoofdstuk XV naar dit hoofdstuk over gebracht, omdat zij voornamelijk de volksgezondheid beogen. Dit zijn het subsidie aan de stichting Maatschappelijk Werk ten plattelande (volgnr. 740) ad f 1200,— en het subsidie aan de stichting Katholieke Gezinszorg (volgnr. 744) ad f 11.745,—.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1948 | | pagina 576