No. 275
BIJLAGEN 1948,
2 December 1948.
No. V/16292.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot intrekking van
de 38ste begrotingswijziging 1948.
Aan de Raad der gemeente Breda.
In Uwe vergadering van 20 April 1948 werd een crediet van
f 675.000.— toegestaan voor de bouw van een nieuwe Gasbrug.
Aangenomen werd toen, dat wellicht in de loop van 1948 met
dit werk een aanvang zou kunnen worden gemaakt, doch het is
niet mogelijk gebleken, dit te verwezenlijken.
De Gedeputeerde Staten der provincie Noord-Brabant hebben
ons inmiddels bericht, dat de Provinciale Directie van de Weder
opbouw en de Volkshuisvesting heeft toegezegd te zullen bezien
in hoeverre het mogelijk zal zijn in 1949 het hiervoor nodige
bouwvolume beschikbaar te stellen.
Aangezien de gemeente dus voor 1948 geen bouwvolume voor
de Gasbrug heeft verkregen, verzoeken Gedeputeerde Staten om
te willen bevorderen, dat de betreffende begrotingswijziging wordt
ingetrokken.
Uiteraard dcet dit geen afbreuk aan Uw besluit tot de botiw
van de nieuwe brug, zodat wij menen, dat aan het verzoek van
meergenoemd College gevolg moet worden gegeven.
Na de vaststelling van de begroting voor 1949 zal dan het
crediet bij wijzigingsbesluit daarop worden uitgetrokken.
Wij hebben mitsdien de eer Uwe Raad voor te stellen tot
intrekking van het 38e besluit tot wijziging der gemeentebegroting
1948 te besluiten, zulks met handhaving van Uw besluit tot het
bouwen van een nieuwe Gasbrug.
Burgemeester en Wethouders van Breda;
STRUYCKEN, loco-Burgemeester.
VAN WOENSEL, Secretaris.