No. 298
BIJLAGEN 1948.
VOORSTEL van Burgemeester en
Wethouders tot toekenning van
schadevergoeding wegens voor
tijdige uit de pachtneming aan
M. Langen.
14 December 1948.
1/14977.
Aan de Raad der gemeente Breda.
Bij aanzegging van het College van Algemene Commissarissen
voor de Wederopbouw aan de Burgemeester van 22 Juli 1947 is
ten behoeve van het woningbouwplan 1947 ten name van de
gemeente onteigend een gedeelte van het perceel sectie I. no. 2627,
gelegen in het uitbreidingsplan Heuvelstraat e.o., eigendom van
de fam. Sprenkels.
Een gedeelte van dit perceel, verpacht aan M. Langen tot
Maart 1952, is ten behoeve van de woningbouw daar ter plaatse
reeds in 1947 uit de pacht genomen. Aan de pachter zal der
halve wegens voortijdige uit de pacht neming een vergoeding
moeten worden toegekend.
De uit de pacht genomen grond had een oppervlakte van
2000 m2 en was geheel beplant met asperges.
Met de pachter is accoord bereikt over een schadevergoeding
van f 1,40 per m2, hetgeen gezien de nog lange looptijd van het
pachtcontract en de kostbare beplanting, redelijk is.
Behalve het bovenvermelde perceel is van M. Langen nog een
perceel uit de pacht genomen, dat de gemeente van de familie
Sprenkels heeft aangekocht n.l. een gedeelte van het perceel
sectie I. no. 2629, ter grootte van 3200 m2. Dit perceels
gedeelte is eind Augustus van dit jaar voor de bouw van de
62 woningen van Ir. Peutz in gebruik genomen; de pacht liep
nog tot Maart 1952.
Het betreft hier een perceel tuingrond, dat was beplant met
spruitkool en maïs. Deze gewassen konden slechts voor een
gedeelte worden afgeoogst.
De schadevergoeding voor dit perceel dient te worden gesteld
op f 0,15 per m2, waarmede de pachter accoord gaat.