No. 66 BIJLAGEN 1949. VOORSTEL van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van het Ambtenaren- en werkliedenregle ment met betrekking tot eerste oefening in militaire dienst van ambtenaren en werklieden. 9 Maart 1949 VI/3612 Aan de Raad der gemeente Breda. Artikel 19 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement handelt over de aanspraak van de rijksambtenaar (daaronder begrepen de rijkswerkman) op doorbetaling van zijn bezoldiging bij het verrichten van werkelijke militaire dienst in verband met oorlog, oorlogsgevaar of andere buitengewone omstandigheden. Krachtens de artikelen 26 en 27 van het Ambtenarenreglement, gemeenteblad no. 856, en de artikelen 34 en 35 van het Werk liedenreglement 1934 geldt behoudens het hierna te vermelden verschil eenzelfde regeling voor de in vaste en tijdelijke dienst aangestelde ambtenaren en de in vaste en voorlopige dienst aan gestelde werklieden dezer gemeente. Dit verschil is gelegen in het derde lid van het bovenaange haald artikel 19 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en het derde lid van de bovenvermelde artikelen 26 en 34 van respectievelijk het Ambtenarenreglement, gemeenteblad no. 856 en het Werkliedenreglement 1934. De van 1 Maart 1940 daterende redactie van het derde lid van meeraangehaald artikel 19 van het Algemeen Rijksambtenaren reglement houdt in, dat de in het eerste lid vermelde doorbetaling van de volle bezoldiging gedurende 30 dagen de eventuele betaling daarna van het verschil tussen burgerlijke bezoldiging en militaire beloning, eerst toepassing vindt, nadat de militair, hetzij, vóór, hetzij gedurende de buitengewone omstandigheden een werkelijke dienst van 11 maanden, of, indien hij een eerste oefening van kortere duur te vervullen had, deze oefening heeft volbracht. Bij de vaststelling van de redactie van het derde lid van de evenvermelde artikelen uit de gemeentelijke rechtspositieregelingen is destijds afgestemd op de rijksregeling, waarbij echter over het hoofd werd gezien het cijfer 57s te veranderen in het cijfer 11,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 131