No. 67 BIJLAGEN 1949, VOORSTEL van Burgemeester en Wethouders tot vaststelling van een bezoldigingsregeling voor het beroeps brandweerpersoneel. 9 Maart 1949 VI/3610 Aan de Raad der gemeente Breda. Het beroepspersoneel van de brandweer is ingevolge het „Besluit brandweerwezen 1943" (besluit van de Secretaris-General van het Departement van Justitie) sedert 1 Maart 1943 bezoldigd op de voet van de bepalingen van de „Verordening bezoldiging politie 1943" (verordening van de „Rijkscommisaris"). Bovengenoemd besluit is door het „Besluit bezettingsmaatregelen" buiten werking gesteld, de verordening voor het politie-personeel door een andere regeling vervangen. Niettemin is het brandweerpersoneel veelal in feite nog op de voet van laastgenoemde verordening bezoldigd. Zulks houdt verband met het feit, dat de Minister van Binnenlandse Zaken in overweging heeft gehouden op het stuk van de bezoldiging van het beroeps- brandweerpersoneel een nieuwe centrale regeling te treffen. Blijkens een door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant aan de gemeente besturen dezer provincie gericht schrijven is voornoemde bewinds man evenwel uiteindelijk tot het standpunt gekomen, dat deze regeling niet meer centraal zal moeten worden getroffen, doch dat het anderzijds onjuist is, de in de bezettingstijd ontstane eenheid geheel te verlaten. Namens de Minister verzoeken Gedeputeerde Staten derhalve te bevorderen, dat een nieuwe bezoldigingsregeling voor het brandweerpersoneel, ingaande 1 Juli 1947, wordt vast gesteld, waarbij voor zoveel mogelijk rekening wordt gehouden met aangegeven' bezoldigingsnormen. Deze normen afgestemd op het „Bezoldigingsreglemant brandweerpersoneel 1948", S. no I 354, voor het rijkspersoneel, komen ons redelijk voor. Ingevolge de „Verordening bezoldiging politie 1943" genieten de brandweerlieden een wedde, vermeerderd met een woningtoelage van tot 8 tot 15"/0 en een kledingtoelage van f. 198.per jaar. Bovendien hebben zij premievrij pensioen (De premie voor pensioen, bedragende 7ll^°/0, voorheen 10% van de pensioensgrondslag wordt niet op hen verhaald). De woningtoelage en het premievrij pensioen zijn in de nieuwe Ontwerp-verordening niet opgenomen met het vervallen van deze emolumenten is evenwel daarin rekening gehouden. Tevens is bepaald, dat belanghebbenden door de nieuwe verorde ning niet in wedde achteruit kunnen gaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 133