No. 69 BIJLAGEN 1949 VOORSTEL van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de vacantieregeling voor de vaste werklieden. 9 Maart 1949 VI/3618 Aan de Raad der gemeente Breda. Krachtens artikel 22 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement heeft de in vaste en tijdelijke dienst aangestelde rijkswerkman recht op 12 dienstdagen vacantieverlof per jaar. Bij een Koninklijk Besluit van 22 Mei 1948 (S. no. I 200) is dit artikel aangevuld met de bepaling, dat gemelde rijkswerklieden bij een diensttijd van 30 of meer jaren aanspraak hebben op 14 dienstdagen vacantie-verlof per jaar. Dit Koninklijk Besluit trad 13 Juni 1948 in werking. Ingevolge artikel 36, lid 1, van het Werliedenreglement 1934 bedraagt het aantal werkdagen vacantie per jaar voor de vaste werkman 32. Uit een oogpunt van billijkheid en redelijkheid achten wij het gewenst, dat in verband met het vorenstaande ook in het aantal vacantiedagen van de vaste werkman dezer gemeente wijziging wordt gebracht. Op voorstel van de centrale commissie van overleg voor de werklieden moge U in overweging worden gegeven het aantal dagen vacantie per jaar van gemelde werkman reeds bij een diensttijd van 25 jaar op 14 te brengen, zulks in verband met de viering van zijn 25-jarig ambtsjubileum. Wij tekenen hierbij nog aan, dat het niet de bedoeling is, het aantal vacantiedagen van de voorlopig aangestelde en de op arbeidsovereenkomst werkzame gemeentewerklieden te verhogen. Hun vacantie is reeds gelijk aan die van overeenkomstig rijks personeel. Wij hebben de eer U voor te stellen bijgevoegd concept besluit*) vast te stellen. Burgemeester e'n Wethouders van Breda, CLAUDIUS PRINSEN, Burgemeester. VAN WOENSEL, Secretaris. Ligt ter visie in de Leeskamer.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Bijlagen bij de notulen van de gemeenteraad | 1949 | | pagina 139